Johannes Vermeer ( Delft, 31 oktober 1632 – 15 december 1675) was een Nederlands kunstschilder in de Gouden Eeuw geprezen als een van de grootste schilders uit de zeventiende eeuw.
Vermeers schilderijen, meestal genrestukken en een paar historiestukken, allegorieën en stadsgezichten, onderscheiden zich door een subtiel kleurgebruik , verbijsterend lichtgehalte en een ideale compositie.
Hij gebruikte soms dure pigmenten en had een grote voorkeur voor ultramarijn en loodtingeel.
Op 20 april 1653 trouwde Vermeer in Schipluiden met Catharina Bolnes. Vermeer was waarschijnlijk calvinistisch opgevoed . Om met Catharina te kunnen trouwen ging Vermeer over tot het rooms-katholieke geloof. Zijn vrome en overtuigd katholieke schoonmoeder, Maria Thins was afkomstig uit een rijke Goudse familie van handelaren in bakstenen.
Vermeer trok rond 1660 in bij zijn schoonmoeder aan de Oude Langendijk, die een pand bewoonde met elf kamers. Daar werkte Vermeer in zijn atelier op de eerste verdieping. In tijden van crisis steunde Maria Thins haar dochter en schoonzoon. Vermeer, die voor zijn inkomsten afhankelijk was van de verkoop van schilderijen, verkocht in de periode 1672-1675 weinig. Hij verviel in somberheid en op 14 december 1675 stortte hij in en overleed een dag later. Vermeer liet elf kinderen na, van wie er nog tien minderjarig waren. Zijn oudste zoon, Johannes jr., zou priester worden. Het echtpaar kreeg in totaal vijftien kinderen, van wie er vier jong stierven.
Het overgeleverde oeuvre van Vermeer is bescheiden. Er worden 34-37 schilderijen aan hem toegeschreven.
De werken van Vermeer zijn door museumcuratoren en kunstcritici van hun benamingen voorzien en hebben geen vastliggende titels.