Het verhaal van het Stadsslot in Berlijn tot het Humboldt forum
Het Stadtschloss
Vroeger: het Berliner Stadtschloss
Daan Couwenbergh
Het Berliner Stadtschloss was het centrum van het Duitsland van voor de Eerste Wereldoorlog. Hier was ooit Berlijn gesticht en hier huisden de keizers van de Hohenzollern dynastie, die van het paleis een van de hoogtepunten van de Europese barok hadden gemaakt. Echter, na de Eerste Wereldoorlog kwam het keizerschap van de familie Hohenzollern ten einde en werd het paleis een museum. Tijdens de bombardementen van de Tweede Wereldoorlog werd het paleis grotendeels in puin geschoten.
In de laatste jaren dat het bestaan van het paleis bewoond was, werd het paleis voor meer en meer Berlijners een symbool van het Pruisische militarisme, dat met de desastreus lopende Eerste Wereldoorlog meer en meer gehaat werd. Daarvan maakten de socialisten na de Tweede Wereldoorlog handig gebruik. Zij gebruikten de sentimenten van 30 jaar eerder en lieten de ruïnes opblazen. Er waren plannen voor een ander gebouw, waaronder een regeringscentrum, maar die plannen werden nooit uitgevoerd.
Opgeblazen
Kort na de Tweede Wereldoorlog waren de rollen omgedraaid. De door geallieerde bombardementen en straatgevechten geteisterde ruïne van het koninklijke slot was de nieuwe communistische machthebbers in Oost-Berlijn een doorn in het oog. Restauratie van het zwaar beschadigde gebouw was mogelijk, maar de wil ontbrak.
Voor de Oost-Duitse communistische partij, de SED, stond het slot voor alles wat slecht was in de Duitse geschiedenis. De communisten onder partijleider Walter Ulbricht trokken een rechte lijn van de Duitse koningen, keizers en het ‘militaristische Pruisen’ naar de concentratiekampen van de nazi’s. De SED had bovendien grote behoefte aan een ruim plein voor massamanifestaties. Het centraal gelegen Schlossplatz was de ideale plek. Voor partijleider Ulbricht was er maar één oplossing: het slot moest weg. In 1950 werd het opgeblazen.
Van paleis naar paradeplaats
Het braakliggende terrein werd geasfalteerd en veranderde in een paradeplaats bij vieringen van de DDR, of gewoon een parkeerplaats als er even niks te vieren viel. Als paradeplaats en dus propagandistisch hart van de DDR, kreeg het enorme plein ook een illustere naam mee, de Marx-Engelsplatz, naar de grondleggers van de socialistische filosofie, al bleven veel Berlijners het plein gewoon bij de oude naam noemen: Schlossplatz.
Het Palast der Republik
het Palast der Republik
Multifunctioneel pand
Toen de DDR in 1971 een machtswisseling zag, waaide er ook een nieuwe wind over het plein. Walter Ulbricht werd vervangen voor Erich Honecker en die laatste zou de wereld laten zien dat het de DDR een baken van socialistische welvaart en luxe was. Een kale vlakte in het centrum van de macht paste daar niet bij, en dus moest er een paleis van luxe en weldaad verrijzen op de kale vlakte. Dat paleis moest niet alleen onderdak bieden aan de bijeenkomsten van de Volkskammer, maar het gebouw moest ook voor de ‘gewone’ burgers van de DDR van nut zijn. Er kwamen TV- en radiostudio’s, maar ook horeca, een bowlingbaan en zelfs een discotheek. Een echt multifunctioneel pand dus. Naar verluid zou de functionaliteit van het pand zijn geïnspireerd op andere multifunctionele panden in het buitenland, waaronder De Agora en De Meerpaal in Lelystad en Dronten. Die multifunctionaliteit had een doel: volk, politiek en cultuur moesten zo bij elkaar komen. Of dat daadwerkelijk lukte, is maar de vraag. De koffiebars in het pand schonken, altijd verse koffie, ook als er in de rest van het land tekorten waren, maar daarvoor moest men wel diep in de buidel tasten. Naar verluid waren vooral de altijd werkende telefooncellen in trek.
Het interieur van het Palast der Republik moest luxe en grandeur uitstralen en daarvoor werden kosten noch moeite gespaard. Bouwmaterialen werden vaak tegen harde valuta direct uit het buitenland geïmporteerd. Hoe hoog de kosten waren, is nooit helemaal bekend geworden. Volgens officiele berichten vanuit de DDR zouden de kosten rondom de 485 miljoen Mark liggen, andere schattingen vanuit het ministerie van financien komen uit op een bedrag van 800 miljoen Mark. De hoogste schattingen gaan zelfs uit van een miljard. Het resultaat mocht er zijn, het lichte interieur, bomvol modern design en talloze lampen die dag en nacht brandden, leverde het pand ook haar bijnaam op: Erichs Lampenladen (Erichs lampenwinkel), naar Erich Honecker.
Na de val van de Muur verloor het Palast der Republik haar functie. In het voorjaar van 1990 werd in het Palast der Republik nog het verdrag waarmee de Oost- en West-Duitse munten aan elkaar werden gekoppeld, getekend. Maar in september van datzelfde jaar werd het gebouw gesloten. Het gebouw zat vol asbest. Lang bleef het gebouw leeg staan, al werd het pand zo nu en dan een tijdelijk gevuld. In 2005 werd besloten dat het gebouw gesloopt zou worden en dat het oude Berliner Stadstschloss herbouwd zou worden. Dat zette kwaad bloed bij veel Oost-Berlijners, die vonden dat het ene geldverslindende prestigeproject werd vervangen door het andere. De herbouw van het oude slot zou nog jaren duren. Pas 2019 werd het nieuwe stadskasteel geopend. Ook dat gebouw wordt een multifunctioneel gebouw, met onder andere musea.
Omstreden herbouw van een verdwenen kasteel
30 augustus 2007 - Auteur:Bas de Rue
Weinig verdwenen gebouwen in Berlijn roepen zoveel emoties op als het oude kasteel van de Duitse koningen en keizers, het Berliner Schloss. Het paleis in het hart van Berlijn wordt weer opgebouwd, maar voor veel Oost-Berlijners tegen een te hoge prijs.
De Hamburgse zakenman Wilhelm von Boddien is in zijn nopjes. Met het besluit van de Bondsdag om 448 miljoen euro uit te trekken voor de bouw van het Berlijnse Stadsslot, heeft de voornaamste voorvechter van wederopbouw de overwinning op zak. Na 17 jaar lobbyen, leuren en geld inzamelen is het pleit in zijn voordeel beslecht. Verliezers: een bonte coalitie van nostalgische Ossis, PDS-stemmers en linkse intellectuelen. Die wilden het Palast der Republik behouden, het Oost-Duitse volkspaleis dat de DDR in 1976 op de plek van het barokke Stadsslot opende.
Toen het er nog stond, was het slot zonder twijfel het meest beeldbepalende gebouw in het oude centrum van Berlijn, een argument dat voorstanders van reconstructie van het slot herhaaldelijk naar voren brachten. Alle klassieke en barokke pronkgebouwen aan de uitloper van Unter den Linden, waaronder het Altes Museum, de Dom en het Zeughaus, waren op het kasteel georiënteerd.
De Pruisische koning Frederik I (1657-1713) had het slot in 1689 gebouwd als enorme uitbreiding van het bestaande koninklijke paleis aan de Spree. De koning zag de bouw van een groot paleis als noodzaak om zijn kleine rijk aan de rand van Europa meer cachet te geven.
Al in 2002 had de Bondsdag besloten dat het met asbest vervuilde Palast moest verdwijnen en het slot moest terugkeren. Geldgebrek voorkwam echter dat Von Boddiens droom werkelijkheid werd. Pas in juni 2007 kwam de coalitie van Angela Merkel met geld over de brug, toen ambitieuze plannen voor het zogeheten Humboldtforum in het nieuwe slot waren afgezwakt. In het forum komt plaats voor enkele musea, maar het aanvankelijk geplande hotel en de parkeergarage zijn geschrapt. Von Boddiens Förderverein Berliner Stadtschloss financiert uit eigen middelen de herbouw van de historische gevel. Kosten: 80 miljoen euro, de overheid betaalt de rest.
Boze Oost-Berlijners die stampvoetend om het verlies van hun Palast treuren hoeft Von Boddien alleen nog lijdzaam aan te horen. Hij weet zich immers verzekerd van de meerderheid in de Bondsdag. “Palast-voorstanders lijden aan fantoompijnen. Daar heeft de volgende generatie al geen last meer van.”
Klachten over de belachelijke kosten van het project doet de gehaaide Von Boddien af met een ijskoude rekensom: met de afbraak van het Palast der Republik een fait accompli, moest er sowieso een gebouw voor in de plaats komen. Dat geld was de overheid dus altijd kwijt geweest. “Door de gevel te financieren maken wij het voor de overheid juist goedkoper.”
Disneyland
Na de val van de Muur in 1989 barstte onmiddellijk de discussie los over de toekomst van het Palast der Republik, dat in de ogen van zijn tegenstanders in één nacht obsoleet was geworden. Voorstanders van herbouw van het slot kruisten de degens met Ossis die in ‘hun’ Palast de belichaming van veertig jaar DDR-geschiedenis zagen.
Ook linkse intellectuelen mengden zich in de strijd. Zij zetten hun vraagtekens bij de noodzaak om in een democratie nog nieuwe, peperdure paleizen te bouwen. Laat staan een Pruisisch kasteel, dat als ongemakkelijke herinnering aan militarisme en Duits hegemoniaal denken bij voorbaat verdacht was. Ontlastend bewijs, bijvoorbeeld dat het Stadsslot in de nazitijd geen enkele rol speelde, bleef in de discussie onvermeld.
En dan waren er nog de architecten die op het plein iets compleet nieuws wilden bouwen, als symbool van het nieuwe, democratische Duitsland. Een hedendaagse kopie van het oorspronkelijke gebouw zagen zij als geschiedsvervalsing, een soort Disneyland aan de Spree. Een overtuigend nieuw ontwerp bleef echter uit.
Pr-stunt
Hun uiteindelijke overwinning hebben Von Boddien en zijn belangenvereniging bovenal te danken aan slim lobby- en pr-werk. De zakenman, die vanwege zijn adellijke achternaam bij velen de schijn tegen had, wist de politieke achterkamertjes in de Bondsdag beter te bereiken dan zijn tegenstrevers. De verzekering dat het nieuwe paleis toegankelijk zou worden voor iedereen, heeft ook veel tegenstanders milder gestemd.
Daarnaast wist Von Boddien, gesteund door conservatieve intellectuelen als de historicus Joachim Fest, de publieke opinie langzaam naar zijn hand te zetten. Een belangrijke pr-stunt voerde de zakenman uit in 1993, toen hij van beschilderd plasticfolie en steigers een levensgrote kopie van het koninklijke slot om het Palast der Republik liet bouwen. Aanvankelijk werd Von Boddiens creatie nog weggehoond als ‘luchtkasteel’. Maar zijn critici hadden zich verrekend. De publieke belangstelling voor het paleis uit zeildoek was enorm. Wekenlang vergaapten Berlijners zich aan constructie, duizenden bezoekers bekeken de tentoonstelling over het slot binnenin. Kanselier Gerhard Schröder (SPD) vertolkte de stemmingsomslag jaren later toen hij zich liet ontvallen dat het Stadsslot “gewoon mooier” was.
De enige hoop die tegenstanders van het slot nog hebben, is dat Von Boddiens vereniging het benodigde geld niet bijeen kan krijgen om de historische gevel te herbouwen. De belangenvereniging heeft op dit moment vijftien van de 80 miljoen euro ingezameld. Maar daar zit de Hamburgse zakenman niet over in. “In 2015 staat het slot weer op zijn oude plaats”, zegt Von Boddien vol zelfvertrouwen. “We maken nu een kopie, maar over tweehonderd jaar ziet het eruit als het origineel.”
Stadtschloss in Berlijn viert 'Richtfest'
Jarenlang is er over de nieuwbouw gediscussieerd, maar nu wordt het gebouw in sneltreinvaart opgebouwd: het voormalige Stadspaleis in hartje Berlijn. Het hoogste punt is bijna bereikt.
Wouter Meijer, Het Stadtschloss in april 2015
Het is een bekende ervaring voor wie wel eens door het centrum van Berlijn loopt. Ineens is er iets verdwenen dat er altijd stond, of er staat iets nieuws waar vroeger een lege vlakte was. Maar deze verandering is kolossaal, letterlijk. Geen vlakte in de binnenstad was groter en leger dan wat er overbleef na de sloop van het Palast der Republik, aan de kop van Unter den Linden. En het nieuwe stadspaleis overtreft alle gebouwen eromheen in afmeting.
Het Richtfest is in juni, het feest dat wordt gevierd als de bouwers het hoogste punt hebben bereikt. De bouw ligt op schema en is tot nu toe ook binnen de begroting gebleven. Dat is een schril contrast met andere projecten in Berlijn, met als dieptepunt de nieuwe luchthaven. Het is erg snel gegaan, mede omdat de ruwe bouw uit enorme betonnen muren bestaat en delen van de oude fundamenten van het keizerlijk paleis en van het DDR-parlement opnieuw konden worden gebruikt.
Het Berlijnse Stadtschloss was in de 15e eeuw de residentie van de keurvorsten van Brandenburg. In de 18e eeuw breidden de architecten Schlüter en Eosander het uit tot barokpaleis.
Na het aftreden van de keizer in november 1918 riep Karl Liebknecht vanaf een van de balkons een communistische republiek uit. In de Tweede Wereldoorlog werd het paleis zwaar beschadigd, maar de westelijke kant was nog bruikbaar.
De DDR-regering liet het opblazen en bouwde in 1970 het Palast der Republik, waar het DDR-parlement zetelde.
Na de val van de Muur werd dat ook afgebroken en lag het terrein braak.
Humboldtforum
Officieel gaat het paleis Stadtschloss-Humboldtforum heten, om duidelijk te maken dat het anders is dan het oude Stadtschloss, dat in 1950 werd afgebroken. Het Humboldtforum moet aansluiting vinden bij het nabijgelegen museumeiland, de Museumsinsel, en andere culturele instellingen. Er is al lang geen keizer meer en er komt ook nadrukkelijk geen overheidsinstantie in het gebouw.
Na eenlange discussie besloot de Bondsdag in 2007 om het slot weer op te bouwen. Veel mensen waren sceptisch: met het Palast der Republik verdween een van de laatste grote bouwwerken die symbool stonden voor de voormalige DDR. En wie zou alles betalen, moest er niet eerder geld naar scholen of nieuwe wegen?
Maar de voorstanders kregen hun zin: de Duitse regering betaalt 478 miljoen euro, de stad Berlijn 32 miljoen. De historische gevel moet door donaties worden gefinancierd. Dat loopt nog niet erg, van de benodigde 80 miljoen euro is er pas 20miljoen binnen. Sceptici zijn bang dat de overheid ook daarvoor opdraait, want je kunt zo’n gevel niet half afmaken.
De Ostfassade.
Drie buitengevels worden een kopie van de barokgevel van vroeger. Alleen de oostzijde wordt modern, ontworpen door de Italiaanse architect Franco Stella. Intussen wordt in een atelier aan de rand van Berlijn hard gewerkt om alle originele delen van de gevel opnieuw te maken. Zo zijn er 47 enorme adelaars nodig voor de dakrand, allemaal verschillend, ze worden aan de hand van oude foto’s opnieuw uit steen gehouwen. Ook een van de twee grote binnenplaatsen, de Schlüterhof, krijgt weer het originele barokke uiterlijk.
De binnenkant ziet er nu nog uit als het casco van een modern kantoorgebouw. Veel zalen krijgen ook een eigentijdse functie, zoals bioscoop of conferentiezaal. Het heeft even geduurd voordat duidelijk was wie het enorme complex gaat gebruiken. De reden voor de herbouw was immers vooral het uiterlijk, niet de enorme oppervlakte van 150.000 m2. Een deel zal worden gebruikt voor de volkenkundige collecties die nu nog in Berlijn-Dahlem zijn. Daardoor straalt het uit dat Berlijn open staat voor andere culturen, het wordt geen tempel met nationale hoogtepunten. Er komt een deel van de staatsbibliotheek en een bioscoop, ruimtes voor conferenties en een balzaal met prachtig uitzicht.
Uitzicht
Aan sommige ruimtes kun je nu al zien dat ze in de top-vijf van zalen komen waar diners en recepties op het hoogste niveau zullen worden gehouden. Zo kijk je aan de zuidkant op de Dom en de Lustgarten, in het oosten op de Marienkirche en de Fernsehturm. De nieuwe burgemeester van Berlijn, Michael Müller, heeft het paleis nu ook ontdekt: hij wil 4000 m2 gebruiken voor een tentoonstelling over Berlijn.
Nog steeds is lang niet iedereen in Berlijn ervan overtuigd dat de nieuwbouw van het Stadtschloss een goed idee is. Zelfs in West-Berlijn zou er nu geen meerderheid voor zijn, blijkt uit enquêtes. Maar het komt er, en als het er eenmaal is kan het een enorme trekpleister worden. Architect Franco Stella heeft een passage ontworpen waardoor je er in het midden doorheen kunt, op de binnenplaatsen komen terrassen. Het zal vooral nog een hele tijd wennen zijn om een barokpaleis te zien dat gloednieuw en perfect afgewerkt is. Tenzij de beruchte Berlijnse graffiti-kunstenaars zich erover ontfermen natuurlijk.
Het paleis
25 september 2019 - Auteur: Merlijn Schoonenboom
We staan op de exacte locatie waar vijftien jaar geleden ook al feesten werden gegeven, maar dan in de stijl zoals Berlijn in die tijd was: alternatief, kapot, allerminst glamoureus. Het was in de resten van het Palast der Republik, die DDR-kolos van zwart glas en beton, kort voor het in 2006 afgebroken werd. Nu staan we in het paleis dat er sindsdien voor 600 miljoen euro voor in de plaats is gekomen.
Bezoekers aan Berlijn valt het wellicht niet eens op, maar direct tegenover het museumeiland is de afgelopen zes jaar gebouwd aan een van de meest omstreden projecten van het herenigde Duitsland: de wederopbouw van het barokke Berlijnse stadsslot, de voormalige residentie van de Duitse keizer, dat in 1950 door de DDR werd opgeblazen als een afrekening met de Duitse geschiedenis.
Bijna dertig jaar wordt er al over de wederopbouw gediscussieerd. Volgens de voorstanders zou de bouw de 'wonden' van de stad kunnen genezen, die het in de twintigste eeuw heeft gekregen; volgens de tegenstanders is het daarentegen een reactionair project dat dit verleden wil doen vergeten. Met een plannetje voor de inhoud uit 2001 is er een poging tot verzoening van beide kampen gedaan.
Binnenin zal het Humboldt-forum komen, een centrum voor wereldcultuur, waarin oude etnografische voorwerpen worden samengebracht met hedendaagse ideeën over de 'dialoog der culturen'. Het is genoemd naar de broers Wilhelm en Alexander von Humboldt, die twee grote geesten uit de vroege 19de eeuw, de ene beroemd als taalgeleerde, de andere nog beroemder als ontdekkingsreiziger.
Na jaren van bouwwerkzaamheden is alles er klaar voor: het gebouw is van buiten en van binnen voltooid, de eerste exposities zijn opgebouwd, het tentoonstellingsprogramma is gemaakt. Maar Corona gooit roet in het eten. En dus opent het Humboldt Forum zijn deuren voor publiek niet op de geplande datum van 17 december, maar licht het wel alvast een tip van de sluier op via een livestreaming.
Het museum, waar experiment, leren en ontmoeting voorop staan, is genoemd naar de negentiende-eeuwse ontdekkingsreiziger Alexander von Humboldt en zijn broer Wilhelm, taalwetenschapper en filosoof, en bevindt zich vlak bij het Museumeiland. In het museum hebben vier instellingen onderdak gekregen: het samengevoegde Etnologische Museum en Museum voor Aziatische kunst, het stadsmuseum Berlijn, de Humboldt Universiteit en de stichting Humboldt Forum. Het gebouw heeft daarnaast twee restaurants, een theater, een bioscoop en een auditorium. Het zou de Duitse evenknie moeten zijn van het British Museum, en net als dat museum gratis toegankelijk. De totale kosten bedragen een kleine € 700 miljoen, het duurste culturele project van Europa.
Wil je op de hoogte blijven van de activiteiten in het Humboldt Forum in Berlijn druk dan op onderstaande link: