De (Te) Gekke bomenwandeling is een 2,7 km lange wandeling langs vermaarde bomen in de stad, elk met hun verhaal. De wandeling start op de Grote Markt en gaat verder via de Hopmarkt naar het Keizersplein.
Aangetroffen bomen:
1. Het Keizersplein heeft een boomrijke geschiedenis. Bij de eerste aanleg werden er linden en paarden-kastanjes aangeplant. Deze groeiden al snel uit tot fiere bomen en het plein kreeg een groen karakter.
Na WOII werd er een project op touw gezet waarbij de overtollige warmteproductie van de industrie werd afgevoerd naar de stad. Men moest buizen trekken van de industriegebieden naar het centrum en één van de aanvoerroutes liep via het Keizersplein. De bomen moesten gerooid worden tot groot protest van de inwoners. Snelgroeiende esdoorns werden in de plaats gezet. De te hoge bodemtemperatuur werd fataal voor de esdoorns. Ze werden eveneens gerooid en vervangen door een nieuwe aanplant:
2. Langs de passage van de Keizershallen komt men op een parking. In het midden bevindt zich de Libanonceder.
Waar nu de parking is, stond vroeger een textielfabriek. De directeur van deze fabriek woonde samen met zijn gezin in de bijhorende directeurswoning. Voor zijn vaderdag, ergens inde jaren 60, kreeg de directeur van zijn kroost een klein libanoncedertje om de tuin te verfraaien. Toen later de fabriek en de woning werden afgebroken, was het cedertje al uitgegroeid tot een imposante boom. Bij de aanleg van de parking werd dan ook beslist om hem te laten staan. De boom is hoogstens 40-50 jaar oud en kan dus nog wel even doorgroeien. Hopelijk krijgt hij ooit de kans om zich echt te kunnen ontplooien tot een prachtige monumentale boom.
3. We steken de parking over en belanden langs de Kalfstraat op het plein aan de Kanunnik Colinetstraat.
Hier staan 5 iepen centraal op het plein. Veruit het opvallendste kenmerk aan de iep is de zogenaamde spring snow. Elk jaar produceren de iepen zaden nog vóór ze in blad komen te staan. En dat doen ze massaal. Een enorme hoeveelheid vruchtjes vallen rond half mei van de bomen. De groendienst van Aalst heeft hier tijdens die periode heel wat werk om de zaden te verwijderen. Ze hopen zich tientallen centimeters hoog op in de portieken aan de overkant.
Langs de Geraardsbergsestraat komen we via de Sint Kamielstraat aan het Centrumpark. Het park ligt tussen de Zonnestraat en de Sint Kamielstraat en is 1 ha groot. Dit park was lang een privétuin van het aangrenzend herenhuis van notaris Schelfhout. hij heeft het aangeplant tussen 1850 en 1870. Later werd het eigendom van de serviceflats die rondom staan. Er werd echter een deal gesloten met de gemeente: het park is opengesteld voor het publiek en in ruil staat de gemeente in voor het beheer.
Deels is het aangelegd als landschappelijk park, deels als nutstuin met enkele historische fruitbomen en besssenstruiken.
4. Aan de ingang van het centrumpark bevindt zich een statige beuk met takkenril. Een takkenril is een 'wal' van opgesta-pelde takken, meestal bij elkaar gehouden door verticale palen.
Met zo'n wal van opgestapelde takken wordt een gevarieerde, altijd vochtige leefgemeenschap gecreëerd. De takken en het blad worden langzaam door insecten, schimmels en zwammen omgezet. Behalve voedsel vinden soorten als heggenmus, winterkoning en roodborst er ook een ideale nest- en schuilgelegenheid. Daarnaast kunnen amfibieën en egels er overwinteren.
5.6.7.8. In de nutstuin vinden we allerlei oude fruitsoorten terug.
Appel- en peerrassen, een kweepeer en twee kriekelaars die officieel werden aangeplant door de orde van de Lambiek-heren. Aan de straatkant zie je ook een heel oude kornoelje.
Deze soort kennen we vooral van zijn uitbundige bloei, maar de bessen zijn ook eetbaar. Men maakt er bijvoorbeeld heer-lijke confituur van.
Het stedelijk museum bevindt zich in de oudste kern van de stad en kreeg zijn naam door het oude hospitaal dat hier vroeger was. In de Aalsterse volksmond werd een hospitaal (ziekenhuis) ook wel een 'gasthuys' genoemd. Archeologische vondsten uit Aalst worden tentoongesteld en diverse tentoonstellingen vinden hier een tijdelijk onderkomen. In de centrale ontmoetingsruimte wordt kort de geschiedenis van Aalst weergegeven en aan de gastentafel kan je informatiebrochures en boeken raadplegen. Aalst Carnaval krijgt natuurlijk ook een ereplaatsje in het museum. Op de zolderverdieping kom je meer te weten over de geschiedenis en de typische kenmerken van Aalst Carnaval. Je kunt er de sfeer van dit driedaagse volksfeest opsnuiven. Unesco erkende in 2010 Carnaval Aalst als immaterieel cultureel erfgoed van de mensheid. Aalst heeft zich in december 2019 teruggetrokken uit de werelderfgoedlijst nadat kritiek geleverd werd op de praalwagen van de carnavalsgroep Vismooil'n met joodse personages. In de vroegere ziekenzalen kom je meer te weten over het leven en het 'levenswerk' van de vier 'grote' Aalstenaars: Dirk Martens, Valerius de Saedeleer, Adolf Daens en Louis Paul Boon.
9. Langs de Zonnestraat, de Korte en Lange Zoutstraat, de Sluierstraat achter de Sint-Martinuskerk komt men aan het museum 't Gasthuis. Op dit binnenplein stond tot vóór kort een imposante beuk die algemeen bekend stond als de mooiste boom van de stad. Deze "boom van 't oud hospitaal" vormde een symbool van het bomen bestand van Aalst. Toen de restauratie van het omliggende gebouw startte wou men deze boom dan ook sparen. Alle machines reden uiterst voorzichtig. Toch betekende deze restauratie het doodsvonnis van de beuk. Om te kunnen bouwen moest men immers het grond-water wegpompen. Niemand stond er bij stil dat dit ook voor de beuk een probleem zou worden. Kort na de bouwwerken begon de beuk echter te verdrogen en uiteindelijk stierf hij helemaal. Om dit symbool toch niet helemaal verloren te laten gaan, liet men de kunstenaar David Nash een kunstwerk maken uit de boomkroon. Dit is nu te bewonderen in de inkomhal van het museum. Ter vervanging staat er nu een haagbeuk
Het monument 'De verteller' als erebetoon aan Louis Paul Boon, bevindt zich aan de ingang van het stedelijk museum
10. Via de Onderwijsstraat en de Kerkstraat staan we op de Grote Markt voor het stadhuis. Een ginkgo biloba is te vinden aan de achterkant van het oude stadhuis. Deze boom heeft een stamomtrek, gemeten op 1,5 m hoogte van 3,67 m.