Klik hieronder op het gewenste tabblad. Veel leesgenot en aarzel niet voor een reactie in het contacttabblad!

Dag 1(zaterdag): Brussel – Barcelona

  • Wandeling door de CIUTAT VELLA, het historisch centrum van de stad.
  • In de wijk Barrio Gótico : bezoek aan de gotische kathedraal Santa Eulalia.
  • Wandeling langs Palau de la Generalitat en Palau Real Mayor.

Avondmaal  nabij hotel Astoria

Dag 2(zondag): Het MODERNISTISCHE BARCELONA.

  • Een uitgebreid bezoek aan Sagrada Familia – een van Gaudí’s bekendste werken.
  • Wandeling in de Eixample wijk, met enkele architecturale hoogtepunten  zoals het Casa Milà en Casa Battlo.
  • We nemen de metro naar het Parc Guëll.

      Hier is het aangenaam flaneren langs de schitterende panoramaterrassen en de ingenieuze en unieke architecturale elementen die            Gaudí in het park bouwde.

  • Bij zonsondergang wandeling  over de  Ramblas met bezoek aan plaça de Boqueria

Avondmaal in wijk aan de Ramblas op Plaça Reial

Dag 3(maandag): Het GROENE BARCELONA.

  • In de  voormiddag: bezoek Palau de la Música Catalana   Unesco Werelderfgoed.

Middagmaal in 7 Puertas Plaça del Pau

Namiddag

  • Het Parc Montjuic,  Pavello Mies van der Rohe en bezoek Poble Espanyol
  • Wandeling langs de Fundación Miró,(maandag gesloten), het Museu d’art Catalunya. (maandag gesloten) zie aanbevolen route reisgids eindigend bij de Cascades.

Dag 4(dinsdag): Het MARITIEME BARCELONA 

  • Bezoek aan het Museu d’História de Catalunya, ondergebracht in een oud warenhuis in de oude haven, overzicht van de intrigerende geschiedenis van Barcelona en de regio.

Middagmaal  op Plaça Reial.

  • Aan het Columbus-monument  een blik op de haven van Barcelona.

Meer uitgebreid:

Dag 1:

CIUTAT VELLA, het historisch centrum van de stad.

Het omvat de wijken Barri Gotic (Spaans: Barrio Gotico) vol met bezienswaardigheden en monumenten, El Raval en El Born (Spaans: El Borne), een hippe buurt in het centrum met kleine exclusievere kledingboetiekjes en trendy bars. Ook de van oorsprong vissersbuurt La Barceloneta en het oude gedeelte van de haven van Barcelona horen bij dit district. Ciutat Vella wordt twee keer verticaal doormidden gesneden door La Rambla en door Via Laietana. Het district biedt een zeer uitgebreid aanbod van winkels, restaurants en nachtleven, variërend van hardrockbars tot chique nachtclubs.

Barrio Gótico :

De Barri Gòtic (Spaans: Barrio Gótico) is het centrum van de oude stad (Ciutat Vella) van Barcelona. De naam betekent Gotische wijk in het Catalaans. De wijk bevindt zich tussen La Rambla tot de Via Laietana, en van de haven van Barcelona tot de Ronda de Sant Pere.

In de wijk zijn eeuwenoude gebouwen bewaard gebleven, soms nog van voor de middeleeuwen (en zelfs ook van de Romeinse tijd).

Bezienswaardigheden

  • Kathedraal van Barcelona
  • Plaça Reial
  • Els Quatre Gats
  • De resten van een tempel van Imperator Caesar Augustus
  • De gotische kathedraal Santa Eulalia.

De gotische kathedraal van Barcelona, Catedral de Santa Eulàlia, gelegen aan de Plaza de la Seu, is de hoofdkerk van het aartsbisdom Barcelona. Zij is gewijd aan de heilige Eulalia van Barcelona die in 304 stierf als martelares. Haar relieken liggen in een marmeren sarcofaag, gelegen in de crypte onder het hoogaltaar. Ze is de co-patrones van de stad.

In 1298 startte de bouw, en rond het midden van de vijftiende eeuw was de kathedraal grotendeels afgewerkt.

Onder leiding van bouwmeester Jaume Fabre ontstonden het brede middenschip en de vrijwel even hoge zijbeuken, die in een omgangskoor uitmonden. Machtige bundelpijlers geleden de traveeën van het langschip, waarvan de gewelven overigens pas in 1448 met kleurige sluitstenen werden voltooid. In 1337 voltooide men de crypte onder de kerk. Fabre was tevens verantwoordelijk voor het vlakke, 12-delige waaiergewelf dat Antoni Gaudi zou inspireren.

Nochtans dateert de voorgevel van eind negentiende eeuw. Deze werd gebouwd naar de plannen van de Fransman Charles Galtès uit 1408. De drie torens aan de westzijde werden voltooid in 1913. De middelste toren heeft een hoogte van 74 meter.

De voornaamste bezienswaardigheden binnen de kathedraal zijn:

  • de crypte
  • het bewerkte vijftiende-eeuwse koorgestoelte
  • de Capella del Santísimo Sacramento (met het kruisbeeld van de Christus van Lepanto van 1571)
  • de Capella de Sant Benet (met de 'retablo de La Transfiguración' van Bernat Martorell uit 1450)
  • de romaanse Capella de Santa Llúcia

Palau de la Generalitat

De Generalitat zetelt in het Palau de la Generalitat aan de Plaça Sant Jaume in Barcelona.

Toen Franco in 1975 overleed en de overgang naar het huidig democratisch systeem zich realiseerde, kwam de laatste president, Josep Tarradellas i Joan, in 1977 uit ballingschap terug. Op 17 oktober 1977 werd Tarradellas officieel herbenoemd en zou hij gedurende 3 jaar, tot de eerste Catalaanse autonome verkiezingen, een regering van nationale eenheid vormen, die onder andere de taak kreeg een nieuw autonomiestatuut te redigeren. Volgens artikel 68 en volgende van de Spaanse grondwet van het huidige Statuut van Autonomie van Catalonië bestaat de Generalitat uit een parlement (el Parlament de Catalunya), een president (la Presidència de la Generalitat) en een uitvoerende raad of regering (el Consell Executiu o Govern). Tijdens de 23 jaar van zijn mandaat speelde Jordi Pujol i Soley, de eerste democratisch verkozen president na de dictatuur, een belangrijke rol in de wederopbouw van de Catalaanse instellingen.

Het gekozen parlement (135 zetels) is het wetgevend orgaan van de autonome regio. De president en de regering vormen gezamenlijk de uitvoerende macht en worden door het parlement gekozen. In de regeerperiode 2012-2016 telt de Generalitat, naast het departement van de president en de vicepresident, 11 departementen (ministeries). De in 2010 voor het eerst gekozen president van de Generalitat, Artur Mas i Gavarró, is de 129e president van Catalonië.

Palau Real Mayor.

Originally the palace of the counts of Barcelona. Of particular interest are the "Salon de Tinell" of 14th century, the windows of 11th century , the "Mirador del Rei Martí" containing a gothic chapel of 14th century, and the ceremony hall of the counts of Barcelona, where Christopher Columbus is said to have been received by the king after returning from America.

 

Dag 2: EIXAMPLE WIJK

Eixample is voor bijna iedere toerist op stedentrip naar Barcelona een niet te missen wijk. Mede dankzij Gaudi is Eixample wereldberoemd. Dit stadsgedeelte is aan het eind van 19e eeuw bijgebouwd in Barcelona en herbergt Barcelona’s meest elegante gebouwen. Nog altijd geldt deze wijk als voorbeeld voor de wetenschappelijke stedenbouw.

 Eixample is de grootste en daarmee ook de drukste wijk van Barcelona geworden, met een bevolking van ongeveer 300.000. Grote straten als Avinguda Diagonal, Passeig de Gracia en Gran via de les Corts Catalanes doorkruisen de wijk. In tegenstelling tot de kleine straatjes in het centrum is Eixample keurig ingedeeld in blokken, wat het vergemakkelijkt om de juiste weg naar je bestemming te vinden.

 Het linkergedeelte van de wijk (Eixample Esquerra) is voornamelijk modernistisch, hier vind je heel wat architectonische kunstwerken van onder andere Gaudi terug. In het rechtergedeelte (Eixample Dreta) ligt één van de beroemdste bezienswaardigheden, de Sagrada Familia (de onafgebouwde kerk) die gezien wordt als het meesterwerk van Gaudi.

Eixample heeft een chique uitstraling en behalve Gaudi's publiekstrekkers is dit vooral een wijk met vele huizen en villa's. Eixample ligt een stukje van het centrum vandaan maar als je van een stevige wandeling of een leuke fietstocht houdt dan is het zeker de moeite waard om je vanuit de Sagrada naar het centum te verplaatsen. Je komt onderweg van alles tegen en er zijn voldoende leuke plekken om even uit te rusten.

 Do's in Eixample

  • Huur fietsen bij Budgetbikes. De ideale manier om Eixample en de rest van Barcelona te verkennen
  • Begin de dag met een heerlijk ontbijtje op het dakterras van hippe café Federal
  • Bezoek Gaudi's meesterwerken La Sagrada Familia, Casa Mila en Casa Battló
  • Alle grote modemerken zijn te vinden in Passeig de Gracia, de hoofdwinkelstraat van Barcelona
  • Voor outletshopping van al deze Spaanse modemerken moet je naar Carrer de Girona
  • Eén van de beste en meest betaalbare tapasadresjes in Barcelona is Ciudad Condal
  • Voor toprestaurants moet je in Passatge de la Concepció zijn. Dineer hier bij El Japones, Mordisco of Petit Comite

Sagrada Familia  

Openbaar Vervoer:
Metro: Lijn 2, Lijn 5: Sagrada Familia
Bus: 19, 33, 34, 43, 44, 50, 51

Een nieuwe kerk

Het idee voor de bouw van een nieuwe kerk werd gelanceerd door een devote organisatie die als doel had een einde te brengen aan de ontchristelijking van de Barcelonezen, die het gevolg was van de industrialisatie en de toenemende rijkdom van de stad. In 1877 kochten ze een stuk grond in het nieuwe Eixample district. De architect Francisco de Paula de Villar ontwierp een neo-gotische kerk en had de leiding over de bouw die van start ging in 1882.

Oostelijke gevel

Het ontwerp van Antoni Gaudí

Een jaar later nam de modernistische architect Antoni Gaudí de leiding over als architect op de leeftijd van 31 jaar. Vanaf dat moment wijdde Gaudí bijna zijn hele leven aan de bouw van de kerk.
In plaats van zich te houden aan de oorspronkelijke plannen veranderde Gaudí het ontwerp drastisch. De neo-gotische stijl moest baan ruimen voor de kenmerkende modernistische stijl van de architect, die gebaseerd was op vormen die in de natuur aanwezig zijn. Toen Gaudí in 1926 stierf waren slechts één gevel (met de afbeelding van de geboorte van Christus), één toren, de apsis en de crypte voltooid.
Aangezien Gaudí voortdurend bleef improviseren en hij het ontwerp geregeld aanpaste terwijl de bouw in volle gang was, zijn er slechts weinig plannen en schaalmodellen beschikbaar. En de meeste werden dan nog vernield tijdens de Spaanse burgeroorlog in 1936.

Desondanks hebben architecten nu toch een goed idee van waar Gaudí naar toe wilde. De laatste versie van zijn ontwerp bestond uit een 95 meter lange en 60 meter brede kerk, waarin zo’n 13.000 personen kunnen plaatsnemen. Wanneer het voltooid is zal de Sagrada Familia in totaal 18 torens hebben.
Vier torens langs elke van de drie gevels vertegenwoordigen de 12 apostelen. De torens bereiken een hoogte van 90 tot 120 meter. Nog eens vier torens vertegenwoordigen de vier evangelisten. Ze zullen de grootste toren omringen, 170 meter hoog en gewijd aan Jezus Christus. De laatste toren, gewijd aan de maagd Maria, zal over de apsis gebouwd worden.

Na de dood van Gaudí vertraagde de bouw dramatisch door een gebrek aan geld en vanwege de burgeroorlog. In het midden van de jaren 1950 begon men aan een hoger tempo verder te werken en nu zijn twee gevels en acht torens afgewerkt. In 2000 legde men het dak op het centrale schip.
Op dit ogenblik werkt men vooral aan het schip en de hoofdgevel, gekend als de Gevel van de Glorie, die leven en dood zal uitbeelden.
De eerste gevel, langs de oostkant, staat bekend als de Gevel van de Geboorte van Christus. Het werd afgewerkt door Gaudí zelf en is op een barokke manier versierd met motieven van planten en dieren.
Aan de andere kant van deze gevel ligt de Gevel van de Passie. De bouw ervan nam een aanvang in 1954, maar het duurde tot 1987 vooraleer de beelden van een gekruisigde Jezus werden toegevoegd. Vanaf het moment dat ze geïnstalleerd werden veroorzaakten de abstracte figuren een storm van kritiek, aangezien de stijl erg verschillend is van deze van Gaudí.

De Sagrada Familia bezoeken

Interieur

Ook al is de Sagrada Familia verre van voltooid, toch is de opmerkelijke kerk zeker een bezoek waard. Je kan onder andere de crypte bezoeken waar Gaudí begraven ligt. Een museum vertelt het verhaal van deze grote architect evenals de geschiedenis van de kerk.
Ook de torens kunnen bezocht worden. Een lift en een lange wandeling leiden naar de top van de toren van waar je een prachtig uitzicht hebt over Barcelona. De klim is echter niet aan te raden voor diegenen met hoogtevrees of mensen met claustrofobie.

Casa Battlo.

Tussen 1898 en 1906 werden drie aanpalende huizen gebouwd aan de stijlvolle boulevard Passeig de Gracia. Ze werden ontworpen door drie van de meest belangrijke architecten uit de modernista stroming: Casa Amatller werd ontworpen door Puig i Cadafalch, Casa Lléo Morera werd ontworpen door Domènech i Montaner en Casa Batlló is het werk van Antoni Gaudí.

Twistappel

Alle drie de huizen werden ontworpen als verschillende interpretaties van de modernistische stijl waardoor het lijkt op een soort van competitie tussen de architecten. Vandaar dat men naar deze huizen verwees onder de term ‘Mançana de la Discordia’ of ‘twistappel’, een referentie naar de Griekse mythologie waarbij een appel, gegeven door de godin Eris aan de ‘schoonste’, leidde tot een dispuut tussen drie godinnen, wat uiteindelijk uitmondde in de Trojaanse Oorlog. Het woord mançana kan ook ‘blok’ betekenen waardoor men de uitdrukking ook kan vertalen als ‘huizenblok van de twist’.

Van de drie huizen is het Casa Batlló het meest expressieve. Het huis werd oorspronkelijk gebouwd tussen 1875 en 1877. In 1900 werd het opgekocht door de rijke industrieel Josep Batlló i Casanovas die de opdracht gaf aan Gaudí om het oude pand af te breken en te vervangen door een nieuw huis. Van 1904 tot 1906 werkte Gaudí aan de nieuwe gevel en dak. Hij voegde ook een extra verdieping toe en paste het interieur grondig aan.

De gevel

De gevel van het Casa Batlló is gemaakt uit zandsteen bedekt met kleurrijke trencadis (een soort Catalaanse mozaïek).

Typisch voor Gaudí worden rechte lijnen waar mogelijk vermeden. De eerste verdieping heeft onregelmatig gevormde ovalen ramen. Balkons op de lagere verdiepingen hebben balustrades in de vorm van beenderen en de balkons op de hogere verdiepingen lijken op stukken van doodskoppen. Deze eigenschappen gaven het huis de bijnaam ‘Huis van de Beenderen’. De grote ramen op de eerste verdieping gaven het nog een andere naam: ‘Huis van de geeuwen’.

Geschubd dak

Het kleurrijke geschubde dak lijkt op de huid van een reptiel. Volgens sommige kenners van Gaudí’s architectuur stelt het dak een draak voor. De kleine toren met een kruis zou het zwaard van Sint Joris voorstellen dat in de draak steekt. De beenderen en de doodskoppen aan de gevel stellen de slachtoffers van de draak voor.

Het interieur van het huis is al even fascinerend als de buitenkant. Nogmaals vermijdt Gaudí het gebruik van rechte lijnen wanneer het maar mogelijk is. Evenals in zijn volgende (en laatste) privé-opdracht, Casa Milá, hechtte hij groot belang aan details bij het ontwerpen van de houten deuren, de gebrandschilderde ramen, kleurrijke tegels en het uitgehouwen haardvuur.
Voor informatie over het bezoeken van dit unieke gebouw kan je terecht op de website van Casa Batlló.

Casa Milà

Casa Milà (1906-1910) is een appartementengebouw van architect Antoni Gaudí en het is een van zijn bekendste werken. Het gebouw werd opgetrokken onder het mecenaat van de adellijke familie Milà. Casa Milà ligt aan de Passeig de Gràcia (Paseo de Grácia) in Barcelona. De buitenmuren zijn golvend uitgevoerd.

Het gebouw wordt ook La Pedrera genoemd, wat Catalaans is voor De Steengroeve. Die naam slaat op het uiterlijk van het gebouw en had oorspronkelijk een pejoratieve betekenis, omdat het gebouw aan geen van de toen geldende architecturale normen voldeed.

In dit bouwwerk bevindt zich een museum, met wisselende exposities. Verder zijn een appartement op de vierde verdieping, de zolder (met een tentoonstelling over het werk van de architect) en het golvende dakterras te bezichtigen. De luchtkanalen en schoorstenen hebben grillige vormen die kenmerkend zijn voor het gebouw.

In Casa Milà bevindt zich de eerste parkeergarage van Barcelona. De bewoners konden per koets (en later per auto) naar hun eigen verdieping rijden. Pas later werden er liften geïnstalleerd.

In 1984 werd La Pedrera, samen met andere werken van Gaudí, erkend als werelderfgoed door de UNESCO.

Sinds 1986 is La Pedrera eigendom van de bank Caixa Catalunya (de huidige Catalunya Caixa), die voor aankoop en restauratie zo´n 7 miljard pesetas neertelde.

het Parc Guëll.

Een gefaald project

Het park begon als een vastgoedproject. Eusebi Guëll, een bekende Catalaanse industrieel, kocht 17 hectare grond gelegen op een heuvel in de Gràcia wijk, ten noorden van Barcelona. Hij wilde het gebied omvormen tot een residentiële tuinwijk zoals gekend in Engeland. Er werden 60 woningen evenals een aantal gemeenschappelijke gebouwen gepland.
In 1900 droeg Guëll zijn vriend en beschermeling Antoni Gaudí op om het gebied te ontwikkelen. Met de hulp van enkele andere gelijkgestemde architecten waaronder Josep M. Jujol en zijn medewerker Francesc Berenguer werkte Gaudí aan de tuinwijk tot 1914 toen het duidelijk was geworden dat het project een commerciële flop was. Guël slaagde er niet in om ook maar één woning te verkopen. In 1918 werd de stad eigenaar van het domein en in 1922 werd het open gesteld voor het publiek als een openbaar park.

Twee huizen evenals een aantal paviljoenen voor bezoekers en werklui waren reeds voltooid. De paviljoenen, die door Gaudí ontworpen waren, lijken uit een sprookje te komen. Ze hebben gebogen daken bezet met felgekleurde geglazuurde tegels en versierde spitsen. De trap aan de ingang van het park werd eveneens ontworpen door Gaudí. De draakachtige hagedis in het centrum van de met keramiek versierde trap is het best gekende symbool van Parc Guëll.

Een ander bekend onderdeel van het park is de Gran Placa Circular. Het was oorspronkelijk bedoeld als centrale marktplaats voor de bewoners en wordt omringd door wat bekend staat als de langste bank ter wereld. De kleurrijke met keramische tegels versierde bank, ontworpen door Jujol, kronkelt als een slang rond het plein. Het zicht vanaf het plein is weergaloos, je kan tot aan de Middellandse Zee zien. Het hele platform wordt ondersteund door 86 enorme zuilen, die onder het plein een zaal creëren, de Sala Hipòstila.

Parc Guëll werd in 1984 door de UNESCO genomineerd als werelderfgoed.

Casa Museu Gaudi

Van 1906 tot 1926 woonde Gaudí in een van de voltooide huizen in het park. Het huis, dat nu gekend is als het Casa Museu Gaudí, werd ontworpen door Francesc Berenguer. Het doet dienst als museum en er worden tekeningen en meubilair (onder andere van het Casa Batlló) getoond. In het park met kronkelende paden die ondersteund worden door op bomen lijkende pilaren ligt ook nog het Casa Trias - dat evenwel niet toegankelijk is voor het publiek.

Ramblas.

De vaak druk bewandelde straat is erg populair bij zowel de inwoners van Barcelona als bij toeristen. Langs het middelste, autovrije deel van de straat zijn rijen bomen aangeplant. Kiosken, bloemenkramen, en straatartiesten zijn hier in overvloed aanwezig. Autoverkeer passeert langs beide kanten van het voetgangersgebied.

Geschiedenis

De Rambla was oorspronkelijk een kleine rivier die net buiten de stadsgrenzen stroomde. In de 16e eeuw werden er kloosters en een universiteit opgericht langs de rivier. In de 19e eeuw werd de stadsmuur neergehaald en meer gebouwen werden opgericht langs de nu uitgedroogde rivier. De oorspronkelijke gebouwen werden afgebroken, maar ze worden herdacht in sommige van de namen van de vijf verschillende delen van de Rambla; de straat bestaat immers uit vijf verschillende ‘ramblas’, ook al is het een doorlopende straat. Vandaar dat de Rambla ook vaak Las Ramblas (Spaans) of Les Rambles (Catalaans) wordt genoemd.

De eerste Rambla, vertrekkende van de Plaça de Catalunya, is de Rambla de Canaletes. De naam is afkomstig van een 19e eeuwse fontein. De uitdrukking ‘hij drinkt water van de Canaletes’ betekent dat iemand van Barcelona afkomstig is. En volgens een plaatselijke legende zal je naar Barcelona blijven terug keren als je eens van de fontein hebt gedronken.

Rambla dels Estudis

De tweede Rambla is de Rambla dels Estudis. Het is genoemd naar een 16e eeuwse universiteit, de Estudis Generals. Het gebouw werd in 1843 afgebroken. Er liggen in dit gebied nog verscheidene belangrijke gebouwen, waaronder de 18e eeuwse Reial Académia de Ciènces i Arts, dat sinds 1910 gebruikt wordt als theater. Het gebouw bevat de eerste publieke klok van de stad.

Rambla de Sant Joseph

De volgende Rambla is de Rambla de Sant Joseph, genoemd naar een klooster dat in het midden van de jaren 1900 afgebroken werd. Het werd vervangen door de Mercat de Bocqueria, een kleurrijke marktplaats. Aangezien er op dit deel van de Rambla heel wat bloemenkramen gelegen zijn is dit gedeelte beter gekend als de Rambla de les Flors of ‘bloemenrambla’.

Aan het einde van dit deel van de Rambla ligt een klein plein, de Plaça de la Bocqueria. Hier vind je een mozaïek van Joan Miró en een winkel versierd met een draak in art deco.

Rambla dels Caputxins

De vierde Rambla is de Rambla dels Caputxins, eveneens genoemd naar een gesloopt gebouw, een kapucijnen klooster.
Het meest interessante gebouw op deze Rambla is de Gran Theatre del Liceu, versierd in de modernista stijl. Het theatergebouw werd tot twee keer toe vernield door een brand, in 1861 en in 1994, maar het werd telkens weer gerestaureerd, de laatste keer in 1999.
Verder langs de Rambla aan de linkerkant is er de toegang tot de Plaça Reial, een levendig 19e eeuws plein met palmbomen en lantaarnpalen ontworpen door Antoni Gaudí. Tegenover de Plaça Reial, in de Carrer Nou de la Rambla ligt het Palau Guëll (Guëll Paleis), een van de eerste residentiële gebouwen ontworpen door Gaudí. De parabolische vormen aan de ingang en de schoorstenen op het dak zijn voortekenen van het latere werk van Gaudí aan het Guëll Park en de Casa Milà, om maar twee van de bekendste werken van de Catalaanse architect te vernoemen.

De laatste Rambla is de Rambla de Santa Monica, ook al genoemd naar een klooster; dit werd echter niet afgebroken maar omgevormd tot een museum, het Centre d’Art Santa Monica. De Rambla leidt naar een rond punt met in het centrum een 60 meter hoge zuil, het Columbus Monument. Het werd opgericht in 1888 ter gelegenheid van de wereldtentoonstelling die toen in het Parc de la Ciutadella plaats vond.

Als je verder doorloopt in de richting van Port Vell, dan brengt een houten ponton - nu gekend als de Rambla de Mar (Rambla van de Zee) - je tot aan Maremàgnum, een complex met winkels, cinema’s - met onder andere een IMAX - en een groot aquarium.

Plaça de Boqueria

De Rambla de Sant Joseph, genoemd naar een klooster dat in het midden van de jaren 1900 afgebroken werd  werd vervangen door de Mercat de Bocqueria, een kleurrijke marktplaats. Aangezien er op dit deel van de Rambla heel wat bloemenkramen gelegen zijn is dit gedeelte beter gekend als de Rambla de les Flors of ‘bloemenrambla’.

Aan het einde van dit deel van de Rambla ligt een klein plein, de Plaça de la Bocqueria. Hier vind je een mozaïek van Joan Miró en een winkel versierd met een draak in art deco.

Dag 3

Palau de la Música Catalana   Unesco Werelderfgoed.

Het Palau de la Música Catalana is een concertgebouw in Barcelona en werd ontworpen door Lluís Domènech i Montaner, een van de architecten die aan de basis stonden van het Catalaans modernisme.

De bouw begon in 1905 en werd voltooid in 1908. De opdrachtgevers waren een groep muziekminnende Catalaanse textielindustriëlen, georganiseerd in een koorgemeenschap, Orfeó Català, met haar oorsprong op verschillende plaatsen in het oude deel van Barcelona. Met bijna 1400 leden in 1905 vond de gemeenschap het tijd voor een centrale plaats voor vocale kunst en legde de eerste steen van het Palau.

De buitenmuren zijn van rode steen, gesteund door pilaren, die evenals de gevel versierd zijn met mozaïek. Op de hoek hangt een groot beeld van Miquel Blay, 'het Catalaans Volkslied' genoemd. Verder staan er bovenaan de façade drie bustes van Palestrina, Bach en Beethoven. Het gebouw beschikt over grote ramen en een omgekeerde gebrandschilderde koepel, die de zaal van natuurlijk licht voorzien, een unicum voor Europa. Boven het podium hangen grote orgelpijpen en zijn beelden van Richard Wagner en Josep Clavé aanwezig. De zaal heeft 2073 zitplaatsen.

In 1997 werd het gebouw door de UNESCO samen met Hospital de Sant Pau uitgeroepen tot werelderfgoed.

Het Parc Montjuic

De Montjuïc is een heuvel met op de top een fort, Castell de Montjuïc, en eromheen een groot park. Het Parc Montjuïc werd aangelegd voor de Wereldtentoonstelling van 1929, met fraaie tuinen, het Nationaal Paleis en sportaccommodaties. Het stadion werd in 1989 verbouwd voor de Olympische Spelen, drie jaar later.

’s Avonds is de fontein op Plaça d'Espanya een trekpleister van formaat: een schitterend schouwspel van licht, muziek en water. Het wordt daarom de Magische Fontein genoemd. In de zomer begint elk half uur een nieuwe voorstelling, de eerste is om 21.30 de laatste om 23.30.

In het Nationaal Paleis is het Museu Nacional d'Art de Catalunya ondergebracht met Catalaanse kunst van de 10e tot de 20e eeuw. Bijzonder is de collectie fresco’s uit verschillende kerken die hier zijn gereconstrueerd. Verder heeft het museum veel art nouveau werken. Tenslotte is Barcelona de hoofdstad van het Spaanse modernisme. Toegangsprijs: € 8,50

Nog meer modernisme is te vinden in het Miró Museum (Fundacio Joan Miró). Deze surrealistische kunstenaar is bekend om de vele, felle kleuren die hij gebruikte in zijn werk: schilderijen, beelden en wandkleden. Toegangsprijs: € 7,50.

Het Castell de Montjuïc werd gebouwd in 1640. Dit indrukwekkende fort huisvest nu een militair museum met oude en nieuwe wapens, maquettes van kastelen en militaire uniformen. Liefhebbers van plattegronden kunnen hun hart ophalen bij de grote collectie oude militaire kaarten. Toegangsprijs: € 2,50.

Vanaf de heuveltop heeft u een prachtig uitzicht over Barcelona en de Middellandse Zee. Maar er zijn meer punten in het park vanwaar u een fraai uitzicht heeft, onder meer vanuit de botanische tuin die op zich overigens niet zo bijzonder is.

In de zomer zijn er vaak openluchtvoorstellingen in het Parc Montjuïc: muziek, dans, theater en ook film.

Pavello Mies van der Rohe

In 1928 bouwde Mies van der Rohe het Duits paviljoen voor de Wereldtentoonstelling van 1929 die op de Montjuïc heuvel in Barcelona plaats vond. In de jaren 1920 was Duitsland een trendsetter in internationale architectuur met Mies van der Rohe als een van de boegbeelden. Zijn revolutionair ontwerp beïnvloedde vele andere architecten doorheen de 20e eeuw.

Een ontwerp voor op zijn tijd

Het bouwwerk bestond uit glas, travertijn, staal en verscheidene soorten marmer (groen marmer, alpijn marmer en gouden onyx).
Op een podium uit travertijn staan asymmetrisch geïnstalleerde platen van glas en gepolijst marmer die verschillende gebieden definiëren die in elkaar lijken over te vloeien. Het paviljoen wordt afgedekt door een dun vlak dak. Een vijver weerspiegelt de muren en het dak, wat het beeld versterkt van een mengeling van horizontale en vertikale vlakken. Enkel het standbeeld in de vijver verbreekt deze geometrische lijnen. Het beeld van een vrouw is een bronzen replica van een werk van Georg Kolbe. Het staat gekend onder meerdere namen, maar het meest gebruikte is ‘Alba’ of ‘Dageraad’.

 

Mies van der Rohe ontwierp ook speciale stoelen en zetels voor het paviljoen. De klassieke ‘Barcelona zetel’ werd een icoon van 20e eeuwse design en wordt ook vandaag de dag nog gefabriceerd. De stoelen en zetels in het paviljoen zijn replicas, de originelen gingen verloren toen het paviljoen in 1930 werd afgebroken.

Ontmanteling

Er werden geen tentoonstellingen gehouden in het paviljoen; het werd enkel gebruikt op 26 mei 1929 toen de openingsreceptie van het Duitse deel van de tentoonstelling hier werd gehouden. Na de sluiting van de tentoonstelling slaagde de Duitse overheid er niet in om het paviljoen te verkopen en bijgevolg werd het ontmanteld en het materiaal werd verkocht om een deel van de kosten te recupereren.
Het was pas later, tijdens de jaren 1960, dat architecten en critici de architecturale waarde van het paviljoen begonnen in te zien, en er gingen stemmen op om het iconische bouwwerk terug op te trekken.

Reconstructie

Twee decennia later, in 1981, begon een groep van architecten onder de leiding van Oriol Bohigas - hoofd van de stedelijke dienst voor ontwikkeling in Barcelona - met de reconstructie. De architecten moesten een heel aantal obstakels overwinnen aangezien er geen kleurenfoto’s beschikbaar waren van het oorspronkelijke paviljoen en - ook al was het materiaal dat gebruikt werd erg duurzaam - het enkel ontworpen was voor tijdelijk gebruik. De reconstructie werd neergeplant op de exacte locatie van het origineel en met hetzelfde soort marmer. Uiteindelijk werd het paviljoen in 1986 afgewerkt.

Het emblematische werk van moderne architectuur is nu een absolute must voor eender wie geïnteresseerd is in architectuur. Binnen in het paviljoen kan je ook het standbeeld van Georg Kolbe en replica's van de beroemde zetel van Mies van der Rohe bezichtigen.

Mies van der Rohe

In 1930 werd Mies van der Rohe directeur van het Bauhaus. Deze kunst- en architectuurschool had een grote impact op de westerse architectuur. Het Bauhaus werd in 1933 door de Nazi’s gesloten en Mies van der Rohe week uit naar de Verenigde Staten waar hij moderne klassiekers zoals 860-880 Lake Shore Drive Apartments in Chicago en het Seagram Building in New York zou ontwerpen.

Poble Espanyol

Een ander overblijfsel van dezelfde wereldtentoonstelling uit 1929 is Poble Espanyol, het Spaans Dorp. Het is een verzameling huizen in verschillende Spaanse architecturale stijlen. Het was de bedoeling het dorp na de tentoonstelling te slopen, maar dankzij de grote populariteit liet men het na afloop toch staan.

Palau Nacional

Een van de bezienswaardigheden is het Palau Nacional (Nationaal Paleis), het centraal paviljoen van de wereldtentoonstelling. Het majestueuze gebouw in neo-barokke stijl huisvest het Museu Nacional d’Art de Catalunya (MNAC), een museum met zowel Antieke als Gotische, Renaissance en Barokke kunst, met daarnaast nog een collectie 19e eeuwse en moderne kunst.

Fundación Miró,

Over Miró

Parc Joan Miró

Joan Miró werd in 1893 geboren in Barcelona en studeerde aan de plaatselijke academie voor schone kunsten. Zijn vroeg werk doet denken aan Catalaanse volkskunst, terwijl er in zijn schilderwerken kenmerken van kubisme te vinden waren. Nadat hij naar Parijs verhuisde en er studeerde in de jaren 1920 begon hij een steeds surrealistischere stijl te ontwikkelen. Afgezien van schilderkunst experimenteerde hij ook met etsen, litografie en keramische sculpturen. Miró overleed in 1983.

Het park

Parc Joan Miró

Het gebied waar het Joan Miró park nu gelegen is werd tot in 1979 ingenomen door een gemeentelijk slachthuis, vandaar dat het eerst Parc de l’Escorxador werd genoemd (slachthuispark).
Het park neemt vier huizenblokken in beslag en bestaat uit twee niveaus. Het lager gelegen niveau is aangelegd met pijnbomen, palmbomen en eucalyptus bomen. Er zijn ook bloemenperken die erg kleurrijk zijn tijdens het voorjaar en in de zomer. Het hoger gelegen niveau is volledig betegeld en bevat het kroonjuweel van het park, een van de laatste sculpturen van Joan Miró, getiteld ‘Dona i Ocell’ (vrouw met vogel).

Dona i Ocell

‘Dona i Ocell’ Sculptuur

Het erg moderne standbeeld is zo’n 22 meter hoog en is gelegen op een klein eiland in het midden van een rechthoekige vijver. Zoals gebruikelijk in het werk van Miró is de sculptuur bedekt met geglazuurde keramische tegels in felle gele, rode en blauwe basiskleuren. De sculptuur werd voltooid in 1982, net voor Miró stierf op 90 jarige leeftijd.

Fundació Joan Miró

Een groot deel van het werk van de Catalaanse surrealist wordt tentoon gesteld in het Fundació Joan Miró, een museum gelegen in het Montjuïc park.

Museu d’art Catalunya.

Vanaf het Palau Nacional heb je een van de beste zichten over Barcelona. Rondom het museum liggen nog een aantal attracties zoals de Magische Fontein, het Paviljoen van Mies van der Rohe en nog een aantal kleinere musea waaronder ook het Fundació Joan Miró, waar je werk van de locale Surrealistische kunstenaar Joan Miró kan bezichtigen.

Palau Nacional

Het Palau Nacional was het vlaggenschip van de Wereldtentoonstelling van 1929. Het oorspronkelijke plan van dit grote paviljoen werd ontworpen door de Catalaanse architect Josep Puig i Cadalfach, maar dictator Primo de Rivera kwam tussenbeide en ontnam de modernistische architect de leiding van het project. Het ontwerp werd aangepast door de architecten Enric Català and Pedro Cendoya in een meer ‘nationalistische stijl’.
Het resultaat is een pompeus neo-barok gebouw met een centrale koepel omringd door een aantal torens. De grote ovalen hal werd in 1992 tijdig gerenoveerd voor de opening van de Olympische Spelen die dat jaar in Barcelona werden gehoudenen en de rest van het gebouw werd aan het begin van de 21e eeuw gerestaureerd door de architecten Gae Aulenti en Josep Benedito.

Het Museum

De grote hal in Palau Nacional

Het Museu Nacional d’Art de Catalunya (Nationaal kunstmuseum van Catalonië ), gewoonlijk afgekort tot MNAC, bezit de belangrijkste verzameling Romaanse kunst ter wereld. Daarnaast zijn er in het museum ook nog interessante werken te vinden uit zowel de Gotische, Renaissance en Barok periodes, evenals kunstwerken uit de 19e en 20e eeuw.

Enkele van de belangrijkste kunstwerken in het museum zijn een aantal fresco’s uit de 12e eeuw en 13e eeuw. De fresco’s zijn afkomstig van een aantal Catalaanse kerken uit de Pyreneeën. Er is ook een prachtig 12e eeuws baldakijn te bezichtigen.

MNAC

De gotische collectie bevat een aantal beeldhouwwerken en schilderijen die de evolutie van de plaatselijke gotische kunst toont en de beïnvloeding door Vlaamse kunstenaars. In het museum zijn ook werken te vinden van belangrijke schilders uit de Renaissance en Barok periodes, zoals Titiaan, Rubens, El Greco en Velázquez.

Verder is er ook een afdeling met decoratieve kunst uit de 19e en 20e eeuw, waaronder meubilair en kandelaars, vele ervan in de Modernista stijl, de plaatselijke variant van Art Nouveau.

Dag 4:

Museu d’História de Catalunya,

Het Museu d'Historia de Catalunya is sinds 1190 een museum en is gevestigd in een voormalig pakhuis. In dit museum kom je meer te weten over de oude geschiedenis van Catalonië en dan hebben we het over de afgelopen 2000 jaar! Je krijgt een chronologisch overzicht te zien van het verleden, door middel van foto's, verhalen, film en voorwerpen van een middeleeuwse schoenmakerswinkel tot aan een bar uit 1960. Boven het museum is een café met terras, waar je kunt genieten van een mooi uitzicht op de haven van Barceloneta.

Columbus-monument   

In het centrum van het Plaça de la Porte de Pau (plein van de poort van de vrede) staat een grote gietijzeren zuil met bovenop een standbeeld van Christoffel Columbus. Het 60 meter hoge monument, dat in Barcelona gekend is als het Monument a Colom, werd ontworpen door Gaietà Buigas i Monravà voor de wereldtentoonstelling die in 1888 in Barcelona werd gehouden. De werken werden aangevat in 1882 maar door financiële problemen werd het monument maar net op tijd voltooid.

Het monument staat op de plek waar Christoffel Columbus in 1493 aankwam na zijn ontdekking van Amerika het jaar voordien. Columbus werd naar men vermoed in Genua, Italië geboren. Hij verhuisde eerst naar Portugal en vestigde zich later in Spanje. Desondanks werd Columbus in de 19e eeuw als Catalaan beschouwd - sommige historici beweerden indertijd dat Columbus geboren werd in Catalonië, vandaar het monument in Barcelona.

Het standbeeld

Het meer dan zeven meter hoge beeld, gemaakt door Raphael Atche, toont Columbus die naar de zee wijst. Vreemd genoeg wijst hij niet in de richting van de nieuwe wereld die hij ontdekte. De stenen sokkel van het monument is prachtig versierd met een heel aantal allegorische beelden.

Platform

De zuil en sokkel zijn hol; het binnenste van het beeld is toegankelijk. Hier kan je een lift nemen die je naar een platform brengt waar je een uitstekend zicht hebt op de nabijgelegen Rambla en Port Vell.

Het openbaar vervoer in Barcelona heeft een geïntegreerd kaartsysteem. Je kunt dus hetzelfde kaartje gebruiken voor de metro van TMB en die van FGC. Er zijn verschillende tickets te koop:

  • Enkele reis (Billete sencillo de metro)
    Relatief duur en je mag hiermee niet overstappen. Alleen aan te raden als je maar één of twee keer van het openbaar vervoer gebruik maakt.
  • 10-rittenkaart (Tarjeta T-10)
    Veruit de meest gebruikte kaart onder Barcelonezen. Voor ruim 80 cent per rit mag je 75 minuten over je reis doen en tien keer overstappen. Het ticket kan door meerdere personen gebruikt worden.
  • 50-rittenkaart (Tarjeta T-50/30)
    Persoonlijke kaart, waarmee je 50 reizen mag maken. De kaart is 30 dagen geldig, maar niet overdraagbaar.
  • Familiekaart (Tarjeta Familiar)
    Overdraagbare kaart waarmee de hele familie 70 ritten mag maken in een maand tijd.
  • Dagkaart (Tarjeta T-Día)
    Met deze kaart kun je de hele dag – tot de laatste rit – van het openbaar vervoer in Barcelona gebruik maken. De T-Día mag alleen door de eigenaar gebruikt worden.
  • 2/3/4/5/-Dagenkaart (Tarjeta 2/3/4/5-Días)
    Zonder limiet van de tram, bus, metro en regionale trein gebruik maken in Barcelona. Deze kaarten staan op naam en kunnen maar door één persoon gebruikt worden.
  • Maandkaart (Tarjeta T-Mes)
    Persoonlijk abonnement waarmee je een maand met het openbaar vervoer kunt reizen.