Oekraïne is een land in Oost-Europa dat in het noordoosten en oosten aan Rusland, in het noordwesten aan Wit-Rusland, in het westen aan Polen, Slowakije en Hongarije en in het zuidwesten aan Roemenië en Moldavië grenst. Verder grenst het in het zuiden aan de Zwarte Zee en in het zuidoosten aan de Zee van Azov.
Het land telt zo'n 44,3 miljoen inwoners.
Oekraïne is qua landoppervlakte na Rusland het grootste land van Europa. Het is het grootste land dat in zijn geheel in Europa ligt. Het is een post-Sovjetstaat. De hoofdstad is Kiev.
De Krim is een schiereiland in de Zwarte Zee en de Zee van Azov. De oppervlakte is 26.081 km² en in 2001 was het aantal inwoners 2.033.736.
Op de Krim ligt de (Autonome) Republiek van de Krim met als hoofdstad Simferopol en de belangrijkste havenplaats is Sebastopol aan de Zwarte Zee, die geen onderdeel is van de Krimrepubliek. De Krim valt sinds februari 2014 de facto onder Russisch gezag (met uitzondering van het door Oekraïne geregeerde deel van de Schoorwal van Arabat), maar is volgens het merendeel van de VN-lidstaten (waaronder Oekraïne) nog steeds Oekraïens grondgebied.
Soedak is een kleine, historische plaats op de Krim. Het is een populaire badplaats aan de Zwarte Zee, bekend om zijn goed bewaard gebleven Genuese fort. In de middeleeuwen was het onder de naam Soldaia een belangrijke handelspost voor Venetië en later Genua.
Geschiedenis
De stad zou in 212 na Chr. gesticht zijn door Alaanse kolonisten op het gebied van het toenmalige Bosporuskoninkrijk. In de zesde eeuw liet de Byzantijnse keizer Justinianus I (482-565) er een fort bouwen. De Chazaren, een Turkstalig nomadenvolk, veroverden de stad in de zevende eeuw en gaven het de naam Suğdaq. In de daarop volgende eeuwen werd de stad betwist door de Chazaren, het Kievse Rijk en het Byzantijnse Rijk. De stad vormde een belangrijk handelsknooppunt tussen deze rijken. In 1016 kwam Soedak onder Byzantijnse heerschappij.
Tijdens de Vierde Kruistocht veroverden de westerse kruisvaarders in 1204 Constantinopel en een groot deel van het Byzantijnse Rijk. Onder de naam Soldaia werd de stad een kolonie van de republiek Venetië. In 1365 veroverden de Genuezen de stad en in 1475 kwamen Soedak en de andere Genuese koloniën op de Krim onder het gezag van het Ottomaanse Rijk. In 1771 veroverde de Russische generaal Pjotr Roemjantsev Soedak. In de negentiende eeuw ontstond wijnbouw rond de stad.
Het Krimgebergte is een ca. 150 km lange bergketen langs de zuidoostkust van de Krim. Het gebergte daalt aan de zuid- en westzijde steil af naar de Zwarte Zee, aan de noord- en oostzijde gaat het geleidelijk over in een steppelandschap. De steile klifwanden zijn geliefd bij bergbeklimmers.
Het Krimgebergte bestaat uit drie bergketens. De hoofdketen is het hoogst (1545 m) en bestaat uit een aantal bergplateaus die worden aangeduid met de term Jajla dat alpenweide betekent in het Krim-Tataars.
Belangrijke toppen van het Krimgebergte zijn:
- Roman-Kosj , de hoogste top van het Krimgebergte, 1545 m, op de Jajla Baboehan ;
- Eklizi-Boeroen : 1527 m, op de Jajla Tsjatyrdah ;
- Lapata , 1406 m;
- Noord-Demerdzji, 1356 m, het hoogste punt van de Demerdzji Jajla;
- Aj-Petri, 1243 m, bij Jalta
Belangrijke passen door het Krimgebergte zijn:
- De Anharsky-pas , 752m, tussen Aloesjta en Simferopol;
- De Laspynsky-pas , tussen Jalta en Sebastopol.
- Eklizi-Boeroen, één van de toppen van het Krimgebergte : 1527 m, op de Jajla Tsjatyrdah ;
De Alma is een rivier in de Krim in Oekraïne. De rivier heeft een lengte van ongeveer 83 kilometer en een stroomgebied van 635 km². Het debiet bedraagt gemiddeld 1,2 m³/sec. en de jaarlijkse afvoer bedraagt gemiddeld 37,5 miljoen m³. De naam komt uit het Krim-Tataars en betekent "appel". Langs de oevers bevinden zich namelijk een aantal appelboomgaarden.
De Alma ontstaat op de noordelijke hellingen van het massief Baboegan-jajla in het district Aloesjtinski, alwaar deze ontstaat uit de samenvloeiing van het riviertje Baboeganka en het beekje Sary-Soe. Na de districten Bachtsjysarajski en Simferopolski te hebben doorstroomd stroomt de Alma halverwege Jevpatoria en Sebastopol uit in de Kalamitabaai van de Zwarte Zee.
De bovenloop vormt onderdeel van het natuurreservaat Krimski prirodni zapovednik. Hier komt veel beekforel voor. Een van de zijriviertjes die de rivier hier opneemt is de Savloech-Soe, waarvan het water een helende werking wordt toegedacht naar aanleiding van een heiligenverhaal over Cosmas en Damianus. Later werd hier een orthodox klooster gebouwd dat gewijd is aan beide heiligen. Voorbij de instroom van de Savloech-Soe wordt de rivier gekenmerkt door veel keien en neemt vervolgens een aantal bergriviertjes op, zoals de Soechaja Alma van linkerzijde en de Kosa en de Mavlja van rechterzijde. Nabij het dorpje Kasjtanovoje, waar vroeger het huis van gouverneur A.M. Borozdin stond, waar Aleksandr Gribojedov in 1825 verbleef, werd in 1966 het Partizanenbekken aangelegd met een capaciteit van 34,4 miljoen m³. Dit bekken vormt een belangrijke leverancier van drinkwater aan Simferopol en omliggende dorpen. In het dal tussen twee uitlopers van het Krimgebergte nabij het dorpje Potsjtovoje stroomt de grootste zijrivier, de Bodrak (17 km) in. Vlak bij deze plek werd in 1924 het Almabekken (vroeger Bazar-Dzjilga genoemd) aangelegd van 6,2 miljoen m³. Vlak voor de rivier de Kalamitabaai bereikt, ontvangt ze nog enkele kleine riviertjes, zoals de Eski-Kysjlav en de Sakav.
Bij de rivier versloegen de gezamenlijke Britse, Franse en Ottomaanse legers op 20 september 1854 het Russische leger onder leiding van de Russische generaal Mensjikov. Deze Slag aan de Alma was de eerste slag van de Krimoorlog. De Fransen vierden de overwinning onder andere door de bouw van de Pont de l'Alma over de Seine in Parijs. In 1894 werd door de Franse astronoom Guillaume Bigourdan de planetoïde (390) Alma naar de rivier vernoemd.
Alupka is een resort stad gelegen in het Krim-schiereiland , momenteel onderworpen aan een territoriaal geschil tussen de Russische Federatie en Oekraïne (zie 2014 Krim-crisis ). Het ligt 17 km (11 mijl) ten westen van Yalta . Het is beroemd om het Vorontsov-paleis , ontworpen door de Engelse architect Edward Blore in een extravagante mix van Schotse baronialen neo-Moorse stijlen en gebouwd in 1828-1846 voor prins Mikhail Semyonovich Vorontsov . Bevolking: 7.771 ( volkstelling van 2014 ) . Zusterstad: Apopka , Florida, VS.
Klimaat
Alupka, gelegen in het warme klimaat van het zuiden van de Krim, heeft een gemiddelde temperatuur van + 3-4 ° С in januari-februari en een gemiddelde temperatuur van + 24,6 ° С in augustus. De gemiddelde neerslag in de stad is 400 mm per jaar, de gemiddelde luchtvochtigheid is ongeveer 69% en het gemiddelde aantal zonlicht per jaar is 2150 uur. Het zwemseizoen loopt van maart tot oktober, met een gemiddelde watertemperatuur van 22–28 ° C
Geschiedenis
Alupka werd voor het eerst gesticht als een Griekse nederzetting. De naam is afkomstig van het Griekse woord voor vos ( Alopex ). Na de Grieken kwam Alupka onder controle van het Byzantijnse rijk . De eerste schriftelijke vermelding van Alupka dateert uit 960 in een document over de Byzantijnse keizer Romanos II . Later werd Alupka bestuurd door de Krim-Tataren . Na 1783 kwam de stad in bezit van Grigori Alexandrovich Potemkin , gouverneur-generaal van de Novorossiya Krai . In 1798 telde de stad 211 inwoners, voornamelijk bestaande uit boeren.
Aan het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw was Alupka een beroemd resort. In het midden van de 19e eeuw was het zelfs populairder dan Yalta, vooral vanwege het werk van de gouverneur van NovoRossia - Mikhail Vorontsov, die hier een paleis (of beter gezegd, kasteel) bouwde.
Attracties
Alupka is niet alleen een badplaats , maar ook een belangrijke toeristische attractie. Belangrijke attracties in de stad zijn onder meer:
- Vorontsov-paleis
- Vorontsov's Park, gelegen op het terrein van het Vorontsov-paleis
- Ai-Petri- berg
Vorontsovsky-paleis en -park
De belangrijkste attractie van Alupka is het Schotse adellijke en neo-Moorse paleis Vorontsov, ontworpen door de Engelse architect Edward Blore, gebouwd in 1828-1846 voor prins Mikhail Semyonovich Vorontsov . Tijdens de Conferentie van Yalta diende het paleis - tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Duitsers gespaard - als residentie van Sir Winston Churchill en zijn Engelse delegatie.
Een groot park in Engelse stijl werd ontworpen en gebouwd voor prins Vorontsov op het grondgebied van het Vorontsov-paleis. Het park werd aangelegd van december 1824 tot april 1851 en werd bedacht, ontworpen, gemaakt en onderhouden door Carolus Antonius Keebach, hoofd botanicus van de zuidelijke oever van de Krim. Plantmateriaal voor de tuin werd geleverd vanuit de Nikita Botanic Garden door de directeur, Nicolai Anders von Hartwiss .
Balaklava (Sebastopol)
Balaklava is een stad op de Krim die een officiële rajonstatus heeft van Sebastopol. De stad had eigen rechten tot hij in 1957 formeel binnen de gemeentelijke grenzen van Sebastopol kwam. Balaklava en de rest van de rajon hadden in 2001 gezamenlijk 25.719 inwoners.
- De stad Balaklava heeft zijn naam gegeven aan de balaclava, een kledingstuk dat in de Krimoorlog werd ontwikkeld om Britse troepen warm te houden en in het Nederlands bivakmuts genoemd wordt.
Cherson is een havenstad in Oekraïne met circa 330.000 inwoners en de hoofdstad van de gelijknamige oblast Cherson. De stad ligt aan de monding van de Dnjepr in de Dnjepr-liman, die 70 km stroomafwaarts in de Zwarte Zee uitmondt.
Geschiedenis
Cherson werd in 1778 in opdracht van tsarina Catharina de Grote gesticht en werd vernoemd naar de oude Griekse kolonie Chersonesus heracleotica, waarvan men vermoedde dat deze in de buurt gelegen had. In werkelijkheid bevond ze zich veel zuidelijker op de Krim. Grigory Potemkin had de tsarina een plan voor de stad en een scheepswerf voorgelegd dat zij op 31 mei 1778 goedkeurde. De locatie was niet opportuun, in de rivier lagen ondiepten en stroomversnellingen waardoor de stad per schip moeilijk was te bereiken. Bij een gebrek aan een beter alternatief werd toch voor deze locatie gekozen.
Al het bouwmateriaal moest van ver worden aangevoerd. Het hout uit het noorden van Rusland kwam in vlotten de Dnjper afgedreven. Potemkin huurde vaklui en honderden bouwvakkers in om de bouw te realiseren. In mei 1779 werd de eerste kiel gelegd voor een oorlogsschip van wat later de Zwarte Zeevloot zou worden. De stroomversnellingen en ondiepten stroomopwaarts van de stad werden weggehaald waardoor in 1783 het scheepvaartverkeer van en naar het noorden niet meer gehinderd werd. Handelaren volgden de soldaten en in 1786 telde de stad al 10.000 inwoners, naast zo'n 30.000 soldaten.
In het stadscentrum staan nog gebouwen die Potemkin heeft laten bouwen. Het fort is verdwenen met uitzondering van twee poorten. Het arsenaal en het admiraliteitsgebouw staan er nog, net als de Catharinakathedraal met het graf van Potemkin.
Het Sint-Michielsklooster in Kiev is een klooster in Kiev, gewijd aan de aartsengel Michaël. Het bevindt zich op een rots aan de westelijke oever van de Dnjepr.
De hemelsblauwe Sint-Michielskathedraal, met zijn fabelachtig glanzende koepels, is een van de mooiste en belangrijkste orthodoxe tempels in Oekraïne. Het is gebouwd in de jaren 90 en is een remake van de verwoeste Sint-Michielskathedraal, die meer dan acht eeuwen op het grondgebied van het oudste klooster van Kyivan Rus stond.
De kleinzoon van Yaroslav de Wijze, prins Sviatopolk, stichtte de kathedraal in het begin van de 12e eeuw. Het is genoemd ter ere van St. Michael - de beschermer van Kiev. De bijnaam, de kathedraal met de gouden koepel, komt van het feit dat het de eerste en enige kerk was met zulke extravagante koepels in het oude Rusland. Byzantijnse meesterarchitecten namen deel aan de bouw van de kathedraal. Toch komen ook elementen van de Oekraïense bouwstijl duidelijk naar voren. Op hetzelfde moment dat de kathedraal werd gebouwd, verrezen er ook kleinere gebouwen eromheen.
De kerk werd het meest geëerde religieuze monument onder de inwoners van Kiev. Het belang ervan groeide in 1108, nadat het zijn belangrijkste heiligdom kreeg - de relieken van de St. Barbara, die vanuit Constantinopel naar Kiev waren gebracht. Sinds de oorspronkelijke kathedraal werd verwoest, worden deze relikwieën bewaard in de St. Volodymyr-kathedraal in Kiev.
Hoewel het klooster zwaar werd beschadigd tijdens de Mongoolse Tataarse invasie, bleef het bloeien en groeien, vooral dankzij de inspanningen van Poolse koningen en (later) Oekraïense Hetmans. In de 16e eeuw was het Sint-Michielsklooster een van de rijkste kloosters in Kiev. Een eeuw later werd het bijna volledig herbouwd, met Oekraïense barokke details.
De Sint-Michielskathedraal staat bekend om zijn unieke mozaïeken en fresco's, die met recht worden beschouwd als de grootste creaties van de oude Russische monumentale schilderkunst. De mozaïeken hebben de bijnaam 'glimmend' vanwege hun voortreffelijkheid en glans. Toen de tempel in 1937 volledig werd afgebroken door de Sovjets, werden de waardevolle mozaïeken gered. Sommigen van hen werden bewaard in de St. Sophia-kathedraal, anderen werden overgebracht naar het Hermitage Museum in St. Petersburg en de Tretyakov Gallery in Moskou. Na de wederopbouw van de kathedraal werden ze allemaal teruggegeven.
Tegenwoordig omvat het kloostercomplex van St. Michael, samen met de herbouwde kathedraal, een refter met de kerk van St. John the Divine en een klokkentoren, gebouwd in de 18e eeuw. Binnen in de klokkentoren is een museum gevestigd dat gewijd is aan de geschiedenis van het Sint-Michielscomplex. De unieke tentoonstelling vertelt in detail over de betekenis en de tragische geschiedenis van het klooster, samen met andere religieuze gebouwen in Kiev die door de bolsjewieken zijn gesloopt. Een fantastisch uitzicht op de Oekraïense hoofdstad opent zich vanaf de klokkentoren van het klooster.
Het Holenklooster van Kiev of Kiev-Petsjersk Lavra is de zetel van de Russisch-Orthodoxe Kerk in Oekraïne. Het werd in 1051 in de heuvels bij Kiev gesticht door de monniken Antonius en Theodosius. In 1990 werd het klooster tot Werelderfgoed uitgeroepen. De Nestorkroniek is door monniken uit dit klooster geschreven. In de 17e eeuw is het kloostercomplex verbouwd in de stijl van de Oekraïense barok.
Het klooster draagt de titel lavra, wat aangeeft dat het een van de vier belangrijkste religieuze centra van de Russisch-Orthodoxe Kerk is. Het Oekraïense woord (petsjery) betekent grotten. Het ommuurde kloostercomplex is gebouwd op de rechteroever van de Dnjepr en omvat een boven- en een benedendeel. Beide delen bevatten een ondergronds gangenstelsel waar het kloosterleven begon en een veelvoud aan kerken, kloostergebouwen en musea. De opvallende 96,5 meter hoge klokkentoren uit 1745 is van verre zichtbaar. De ondergrondse gangenstelsels bestaan uit smalle gangen van 1 tot 1,5 meter breed en kapellen en gebedsruimtes. De gangen dienen ook als begraafplaats voor de monniken. Gezien de constante (lage) temperatuur gaan deze niet over tot ontbinding (een soort mummificatieproces) waarbij zeer oude overledenen eruitzien als waren ze gisteren begraven. Een deel is open voor bezichtiging. Deze 'holen' geven het holenklooster zijn naam.
De Sint-Andreaskerk is een Oekraïense autocefale Orthodoxe Kerk. De kerk bevindt zich aan een van de oudste straten in het stadscentrum van de Oekraïense hoofdstad Kiev. De kerk vormt een van de barokke meesterwerken van het land en werd in de jaren 1747-1754 gebouwd naar een ontwerp van de Russisch-Italiaans architect Bartolomeo Rastrelli. De kerk wordt vanwege de allure van het gebouw soms onterecht "kathedraal" genoemd.
De kerk staat op een heuveltop, hetgeen de oorzaak is van ernstige funderingsproblemen. Recent (2012) werden er scheuren in de fundering geconstateerd en in de aangrenzende gebieden werden reeds afgebrokkelde stukken van de decoratie van de kerk gevonden.
Geschiedenis
Volgens de kroniek richtte de apostel Andreas ergens aan de oever van de Dnjepr, op de plaats van de huidige Andreaskerk, een kruis op. Hij profeteerde dat op die plek een grootse stad zou ontstaan. En zoals voorspeld groeide op de plaats de stad Kiev, een centrum van de oosterse orthodoxie.
De geschiedenis van de huidige kerk begon met het besluit van tsarina Elisabeth om een zomerresidentie voor zichzelf te laten bouwen in Kiev. De bouw betrof een paleis en een kerk. Tijdens een officiële ceremonie op 9 september 1744 werden de eerste drie stenen door de keizerin zelf gelegd. De ruwe bouw werd voltooid in 1754, maar het werk aan het interieur ging door tot 1767. Elisabeth stierf al vijf jaar eerder en heeft de voltooiing van de kerk niet meer mee mogen maken. Na de voltooiing werd er weinig aan het gebouw veranderd.
De kerk bleef tot 1932 geopend voor de eredienst. Daarna werd de Andreaskerk op last van de Sovjet Raad gesloten. Vanaf 1935 maakte de kerk onderdeel uit van een museaal verband. Na 1939 behoorde de kerk enige tijd bij het anti-religieuze museum dat in de voormalige Sofiakathedraal was gevestigd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de kerk weer tijdelijk geopend voor de erediensten om in 1961 de deuren weer te sluiten. Tot 1992 werd de kerk van tijd tot tijd verhuurd aan diverse organisaties. In 1968 werd de kerk weer geopend als museum van geschiedenis en architectuur. In de vroege jaren 60 werden in Wenen de originele plannen van Rastrelli's barokke koepels ontdekt. Deze ontdekking maakte in 1978 een restauratie van de decoratieve koepels mogelijk zoals de grote architect die ooit had bedoeld.
Samenvloeiing van de twee rivieren Karkov en Lopan
De Lopan is een rivier die van de oblast Belgorod in Rusland naar Charkov in Oekraïne stroomt. Daar mondt de rivier uit in de Severski Donets.
De Charkov ontspringt bij Krivenkov Jar 5 kilometer ten oosten van Oktjabrski. Vandaar stroomt ze door het noorden van de oblast Charkov, waar bij het dorp Lypzi het 5,92 km² grote Travjanske-Reservoir wordt gevormd, voordat ze bij Charkov in Oekraïne in de Lopan uitmondt.
Charkov is de op een na grootste stad van Oekraïne. De stad bevindt zich in het noordoosten van het land en heeft circa 1,4 miljoen inwoners (2005). De stad is een van de belangrijkste culturele, industriële en universitaire centra van het land.
Het Vrijheidsplein van Charkov is een van de grootste stadspleinen van Europa.
Van 1926 tot 1996 droeg het plein oorspronkelijk de naam "het Dzerzjinski-plein", naar de Russische revolutionair Feliks Dzerzjinski (oprichter van de bolsjewistische geheime dienst Tsjeka). In 1964 werd er een standbeeld van Lenin onthuld, dat werd neergehaald op 29 september 2014. Na de onafhankelijkheid van Oekraïne in 1991 werd het plein hernoemd.
Het plein is tussen de 690 en de 750 meter lang en tussen de 96 en de 125 meter breed. De totale oppervlakte van het plein is 11,6 hectare.
Op 12 september 2008 vond er een optreden plaats van Queen en Paul Rodgers, als onderdeel van hun Rock the Cosmos Tour. Het optreden werd bezocht door ruim 350.000 mensen en volgens andere cijfers zouden meer dan 10 miljoen mensen het optreden live op televisie gevolgd hebben. Van het optreden kwam op 15 juni 2009 een dvd uit, genaamd Live in Ukraine.
De Transfiguratiekathedraal of Verlosser-Transfiguratiekathedraal is het oudste gebouw in Chernihiv, Oekraïne, en een van de weinige overgebleven gebouwen van pre-Mongoolse Rus. Het bevindt zich in het Dytynets-park.
De bouw van de kathedraal werd gestart door prins Mstislav van Chernigov, en de legende zegt dat toen Mstislav stierf in 1035 of 1036, de hoogte van de muren gelijk was aan de hoogte van een ruiter. Het is niet duidelijk wanneer de bouw voltooid is. Mstitlav werd begraven in de kathedraal. De Transfiguratiekathedraal werd beschadigd in 1239, tijdens de Mongoolse invasie, gerenoveerd in het midden van de 17e eeuw, afgebrand in de 18e eeuw en werd later opnieuw gerenoveerd. Het huidige exterieur stamt uit het einde van de 19e eeuw.
De architectuur is ongebruikelijk omdat het elementen van een Romeinse basiliek combineert met een typisch Byzantijnse kerk. Het heeft drie beuken met drie apsissen en vijf koepels. Er zijn twee torens aan de twee zijden van de voorgevel.
De kathedraal staat sinds 1989 op de voorlopige lijst van werelderfgoed.
Het vroegere Slovyanskyi Hotel, nu een bank
Kasteel Kamianets-Podilskyi gelegen in de historische stad Kamianets-Podilskyi, Oekraïne, in de historische regio Podolia in het westelijke deel van het land. De naam wordt toegeschreven aan het stamwoord kamin', van het Slavische woord voor 'steen'.
Historische verslagen dateren het kasteel van Kamianets-Podilskyi uit het begin van de 14e eeuw, hoewel recent archeologisch bewijs het menselijk bestaan in het gebied heeft bewezen in de 12e of 13e eeuw. Oorspronkelijk gebouwd om de brug te beschermen die de stad met het vasteland verbindt, ligt het kasteel op de top van een schiereiland dat is uitgehouwen door de kronkelende Smotrych-rivier en vormt het een natuurlijk verdedigingssysteem voor de historische oude binnenstad van Kamianets-Podilskyi.
De ligging op een strategisch verkeersknooppunt in Podolia maakte het kasteel een belangrijk doelwit voor buitenlandse indringers, die het kasteel herbouwden om aan hun eigen behoeften te voldoen, wat bijdroeg aan de multiculturele architecturale diversiteit. Het complex bestaat in het bijzonder uit de oude stad, versterkt door koning Casimir IV, het oude kasteel herbouwd door de koningen Sigismund I en Stephen Báthory, en het nieuwe kasteel gesticht door de koningen Sigismund III en Władysław IV. Ondanks de vele architecturale en technische veranderingen aan de oorspronkelijke structuur, vormt het kasteel nog steeds een coherent architectonisch ontwerp, als een van de weinige middeleeuwse constructies in het hedendaagse Oekraïne dat relatief goed bewaard is gebleven.
Samen met de oude binnenstad wordt het kasteel vermeld als onderdeel van het Nationaal Historisch-Architecturaal Heiligdom "Kam'ianets" en het Nationaal Milieupark "Podilski Tovtry". Het complex is een kandidaat UNESCO-werelderfgoed, in 1989 genomineerd door de Oekraïense vertegenwoordigers, moet worden bijgewerkt en ook een van de zeven wonderen van Oekraïne.Tegenwoordig is het kasteel Kamianets-Podilskyi het meest erkende herkenningspunt van de stad, dat dient als een belangrijke regionale en nationale toeristische attractie.
Chestrajik, straat in Kiev
Het Vorontsov-paleis is een historisch paleis gelegen aan de voet van het Krimgebergte in de buurt van de stad Alupka op de Krim. Het Vorontsov-paleis is een van de oudste en grootste paleizen op de Krim, en is een van de meest populaire toeristische attracties aan de zuidkust van de Krim.
Het paleis werd tussen 1828 en 1848 gebouwd voor de Russische prins Mikhail Semyonovich Vorontsov voor gebruik als zijn persoonlijke zomerverblijf voor een bedrag van 9 miljoen zilveren roebel. Het werd ontworpen in een losse interpretatie van de Engelse renaissance-revivalstijl door de Engelse architect Edward Blore en zijn assistent William Hunt. Het gebouw is een hybride van verschillende architecturale stijlen, maar trouw aan geen enkele. Onder die stijlen zijn elementen van Scottish Baronial, Indo-Saraceense Revival Architecture, en Gothic Revival-architectuur. Blore had veel gebouwen in het Verenigd Koninkrijk ontworpen en werd daar later vooral bekend vanwege het voltooien van het ontwerp van Buckingham Palace in Londen.
Eenmaal voltooid, werd het paleis bezocht door veel leden van de elite heersende klasse van het Russische rijk; een groot aantal van deze enorm rijke edelen waren zo ingenomen met het paleis en de locatie aan de kust dat ze werden bewogen om hun eigen zomerverblijf op de Krim te creëren. Aan het begin van de 20e eeuw hadden niet alleen veel aristocraten, maar ook leden van de keizerlijke familie, waaronder de tsaar zelf, paleizen in een assortiment van architecturale stijlen in de buurt.
Een belangrijk kenmerk van het Vorontsov-paleis is het aangrenzende parkensemble, dat bestaat uit 40 hectare groen en bosbeheer, gearrangeerd door de Duitse landschapsarchitect Carolus Keebach. Tegenwoordig maakt het Vorontsov-paleis deel uit van het "Alupka Palace-Park Complex",
Vanwege zijn status als een belangrijke lokale toeristische attractie en architectonisch monument, waren het Vorontsov-paleis en het omliggende parkcomplex vaak te zien in Oekraïense en Sovjet-filmproducties zoals: An Ordinary Miracle (1964), Nebesnye lastochki (1976), Crazy Day of Het huwelijk van Figaro (2004) en Sappho (2008).
De Russische dichter Ivan Boenin bezocht het paleis in 1900 en schreef een kort gedicht getiteld "Lange steeg die naar de kust leidt ..."
Kabelbaan naar Aj-Petri
Yeni-Kale is een fort aan de oever van de Straat van Kerch in de stad Kertsj.
Yeni-Kale werd gebouwd door Ottomaanse Turken in 1699-1706 op het schiereiland Kertsj dat toebehoorde aan de Krim-Khanaat. De naam Yenikale betekent Nieuw Kasteel in het Turks (yeni - nieuw, boerenkool - kasteel). Het fort werd gebouwd onder leiding van Goloppo, een Italiaanse bekeerling tot de islam. Verschillende Franse ingenieurs namen ook deel aan de constructie.
Yeni-Kale was bewapend met krachtige kanonnen en nam een belangrijke strategische plaats in aan de kust van de Straat van Kerch. Het fort besloeg een oppervlakte van 25.000 m² en had twee kruitmagazijnen, arsenaal, waterreservoir, woonhuizen, badhuis en moskee. Ongeveer 800 Turkse en 300 Krim-Tataarse soldaten waren gelegerd in Yeni-Kale. De zwakke plek van het fort was een gebrek aan drinkwater in het gebied, dus werd er een ondergrondse waterleiding aangelegd om water te halen uit een bron die enkele kilometers van het fort verwijderd was. Yeni-Kale diende ook als residentie van de pasja.
Tijdens de Russisch-Turkse oorlog van 1768–1774 viel het Russische leger de Krim binnen in de zomer van 1771. Hoewel er van tevoren versterkingen van het Ottomaanse rijk waren gearriveerd, besloten de Turken Yeni-Kale te verlaten. Op 21 juni 1771 trokken Russische eenheden onder bevel van generaal Nikolay Borzov het fort binnen. Abaza Muhammad Pasha, die een commandant van Yeni-Kale was, vluchtte naar Sinop en de sultan veroordeelde hem ter dood wegens het aantal militaire mislukkingen.
Na het Verdrag van Küçük Kaynarca in 1774 werden Kerch en het fort Yeni-Kale afgestaan aan Rusland. Het fort werd een deel van de Kerch-Ye
Hoofdstraat van Kerch
De stad Kharkov staat bekend om de Sovjet-architectuur en de Byzantijnse architectuur, hier ziet u niet alleen verbazingwekkende voorbeelden van Sovjet-architectonische gebouwen van het Russische rijk, maar ziet u ook iconische kerken in Byzantijnse bouwstijl. Deze kerken dragen niet alleen de immens zware geschiedenis van Oekraïne met zich mee, maar spelen ook een impactvolle rol als stedelijk oriëntatiepunt op de wereldkaart.
Het orthodoxe klooster en de kathedraal van Intercession is in feite een complex project in Istorychnii Muzei ook wel bekend als het Constitution Square. Een iconisch monument van de 17e-eeuwse kathedraal met sierlijke architectuur, een tuin en een populaire bakkerij.
De huidige naam van dit klooster is het Pokrovsky-klooster, gelegen naast het oude Pokrovsky-park. Het hele complex bestaat uit drie Pokrovska-kerken met gouden koepels (1689), de Ozeyansky-kerk en de bisschoppelijke residentie en het seminarie van Kharkiv. In de 18e eeuw werd dit kathedraalgebouw gebruikt voor het opleiden van studenten van het Kharkiv College. Tijdens de Grote Vaderlandse Oorlog werd deze kathedraal beschadigd, maar later gerestaureerd en na zoveel renovatie en wederopbouw is dit de huidige situatie van dit complex. De gele is de Ozeyansky-kerk (bekend als de Tempel Ozeryanskoy Mother of God) en de blauwe is de Intercession Cathedral/Pokrovsky-kathedraal.
De voorbedekerk werd in 1729 een klooster. Deze kathedraal is een waardevol oudste stenen monument van Oekraïense architectuur uit de tweede helft van de 17e eeuw dat tot nu toe bewaard is gebleven. De moderne vorm van dit klooster is een van de helderste voorbeelden van Oekraïense barok.
De Sint-Sofiakathedraal in Kiev is een van de meest bekende Oekraïense monumenten op de Werelderfgoedlijst.
De naam van de kerk komt van de Hagia Sophia in Constantinopel. Zij werd opgetrokken in 1037 door Jaroslav de Wijze om God te danken dat Kiev werd gespaard tijdens de invasie van 1024 van de Petsjenegen en was de begraafplaats van de heersers van het Kievse Rijk. De sarcofaag van Jaroslav de Wijze is te vinden in de noordelijke kapel.
Na de plundering door de Mongolen in 1240 bleef de kerk in verval tot zij in 1633 werd ingenomen door de metropoliet van Kiev. Ter herinnering aan Jaroslav werd in de 17e eeuw de blauwe klokkentoren opgericht. Deze klokkentoren is gebouwd in de architectuurstijl van de Oekraïense barok
Onder het antireligieuze beleid (bolsjewisme) van de Sovjet-Unie wilde men de kathedraal laten afbreken, maar na protest van historici werd zij geconfisqueerd en omgevormd in een museum voor architectuur en geschiedenis.
Sinds de jaren 80 wilde de overheid de kerk teruggeven aan de Russisch-orthodoxe Kerk, maar verschillende fracties bewisten elkaar het gebouw, en ook de Oekraïense Grieks-Katholieke gemeenschap is vragende partij. Daardoor blijft het een museum, dat soms ter beschikking gesteld wordt voor religieuze plechtigheden.
Sint-Sophiakathedraal en bijbehorende kloostergebouwen
De Potjomkintrappen in de Oekraïense stad Odessa werden aangelegd in de periode 1837 - 1841. De trappen, oorspronkelijk Richelieutrappen genoemd naar Emmanuel Richelieu, de eerste gouverneur van de stad wiens standbeeld bovenaan de trappen staat, bestaan uit tien kleinere trappen achter elkaar, gescheiden door tussenliggende plateaus. De trappen met in totaal 192 treden worden gezien als de toegangspoort van de haven naar de stad.
De trappen vormen een optische illusie. Ze lopen 27 meter omhoog over een lengte van 142 meter. Beneden zijn de treden 21,7 meter breed. Naar boven worden ze steeds smaller tot 12,5 meter. Hierdoor lijken de trappen langer. Van onderen zijn alleen de treden zichtbaar, niet de plateaus. Van bovenaf zijn alleen de plateaus zichtbaar, maar niet de treden.
In 1925 werd een beroemde scène van de Russische film Pantserkruiser Potjomkin op de trappen opgenomen. Aan deze scène heeft de trap ook haar huidige naam te danken.
Het treinstation van Odessa-Holovna is het belangrijkste treinstation in Odesa in het zuiden van Oekraïne. Het werd gebouwd in de tweede helft van de 19e eeuw. Het werd in 1944 beschadigd tijdens de Tweede Wereldoorlog en werd herbouwd in 1952. Het is gelegen in het centrum van Odessa.
Geschiedenis
Het eerste gebouw van het treinstation van Odessa was "П"-vormig. Het kortere deel keek uit op het stationsplein en vervolgde de as van de Pushkinska-straat. Treinen kwamen het station binnen tussen de langere zijgebouwen. Tussen de gebouwen werden bordessen geplaatst en deze eindigden voor het kortere gebouw. Zo'n eindpunt werd gevormd omdat Odessa in die tijd het einde van de lijn aan de Zwarte Zee was. Het stationsgebouw stortte in tijdens de Tweede Wereldoorlog in 1944. Het werd in 1952 gerestaureerd volgens het project van AM Chuprin (in plaats van het verwoeste gebouw tijdens de fascistische bezetting van Odessa). Het nieuwe stationsgebouw is in 2006 verbouwd.
Monument voor verdedigers van de steengroeve van Adzhimushkay
Prehistorie
Ten tijde van de oorlog was Adzhimushkay een kleine mijnstad op vijf kilometer afstand van de stad Kerch, waar zich een complex netwerk van catacomben bevindt. Daar werd vanaf 1830 kalksteen gewonnen, zowel in de bovengrondse steengroeve als in de ondergrondse mijnen. Dit laatste resulteerde in het netwerk van tunnels (catacomben), bekend als de Grote en Kleine Adzhimushkay-catacomben. Ze werden voor het eerst gebruikt voor militaire doeleinden door de pro-bolsjewistische gewapende groepen tijdens de Russische Burgeroorlog.
Start van de guerrillacampagne
Toen Kerch in november 1941 voor het eerst door de Wehrmacht werd bezet, was er al een groep partizanen in de catacomben actief. In mei 1942 voerde de Wehrmacht een enorm tegenoffensief uit om het Rode Leger zowel van het Kertsj-schiereiland als de stad Sebastopol te verdrijven. Het opperbevel van de Sovjet-Unie had verzuimd uitgebreide verdedigingswerken op te bouwen; het Rode Leger werd onder de voet gelopen en moest vluchten, waarbij zware verliezen werden geleden. Op 19 mei 1942 waren de reguliere gevechten in het gebied voorbij en om de evacuatie van de Sovjettroepen over de Straat van Kerch te verzekeren, werd een verdedigingsgroep achtergelaten in Adzhimushkay, onder leiding van kolonel PM Yagunov. De groep absorbeerde talrijke terugtrekkende soldaten, samen met talrijke burgers die de stad ontvluchtten, en groeide uiteindelijk uit tot enkele duizenden manschappen. Toen duidelijk werd dat het bruggenhoofd over de zeestraat niet kon worden vastgehouden, de Adzhimushkay-groep vond onderdak in de catacomben. Geschat wordt dat meer dan 10.000 overlevenden van de oppervlakte-actie naar het Grote Adzhimushkay-catacombensysteem zijn gevlucht, en 3.000 naar het Kleine catacombensysteem. Het grotere garnizoen werd geleid door Yagunov en het kleinere door Povazhniy.
Onhoudbare weerstand
De catacomben waren niet geschikt voor verdediging, omdat er geen voorraden waren voorbereid en alle bronnen zich buiten bevonden. Elke toevoer van water moest met geweld worden ingenomen, omdat een uitval nodig was om een put te bereiken. De Sovjetgroep probeerde verschillende tegenaanvallen, waaronder een nederlaag van het garnizoen van de Wehrmacht in Adzhimushkay in de nacht van 8 op 9 juli 1942. Kolonel Yagunov kwam daarbij om het leven.
De meeste Sovjet-guerrilla's stierven echter, omdat de groepen geen munitie, voedsel en water meer hadden. De groep nam zijn toevlucht tot extreme overlevingstechnieken, waaronder het bereiden van vlees van het dode vee dat eerder bij de mijningangen was gedood en het verzamelen van water dat condenseerde op de mijnplafonds. De verdedigers probeerden ook hun eigen bronnen in de catacomben te graven, tot wel 14 meter diep, om de freatische waterlaag te bereiken.
De Duitse troepen omsingelden de steengroeven met prikkeldraad, blokkeerden de in- en uitgangen en bombardeerden en beschoten ze. Generaal Ochsner, hoofd van de chemische strijdkrachten, stelde voor om een niet-dodelijk irriterend gas te gebruiken om de partizanen uit dergelijke schuilplaatsen te roken. Toestemming om de aanval uit te voeren werd geweigerd.
Verplettering van de guerrillastrijdkrachten
Op 30 oktober 1942 trokken Duitse troepen eindelijk de catacomben binnen en namen de resterende verdedigers gevangen. Er zijn tegenstrijdige berichten over het aantal guerrillastrijders dat de 170 dagen durende belegering en de laatste confrontatie heeft overleefd (variërend van 48 tot 300; van de aanvankelijke 13.000 manschappen van de Sovjetgroep) en hun daaropvolgende behandeling door nazi's.
Herdenking
De Adzhimushkay-campagne werd grotendeels in de doofpot gestopt door Sovjetpropaganda tot het einde van het bewind van Joseph Stalin, als onderdeel van de algemene controverse over het lot van het verpletterde Sovjet-Krimfront. Pas met het begin van de Chroesjtsjov-dooi begon de Adzhimushkay-verdediging populair te worden. Verschillende boeken en liedjes werden geschreven om het te herdenken. In 1966 werd in de steengroeve een museum opgericht en in 1982 een monument.
Maxim Gorky Centraal Park voor Cultuur en Recreatie , stadspark bestaande uit meer dan 130 hectare. Het wordt in de zuidelijke hoek begrensd door de Vesnina-straat in het oosten - Sumska-straat in het noorden - de zogenaamde elite particuliere nederzettingenbouw, en in het westen - Dynamo-straathoek en Novgorod.
Geschiedenis
De oorsprong van het park was van de gemeenteraad die "een voorstel deed om bomen te planten op 20-40.000 vierkante meter aan beide zijden van de Sumskoy-weg" . Het idee was dat het gebied zou worden gebruikt voor paardrijden op dezelfde manier als het bos van Boulogne. Leraren, universiteitsstudenten en scholieren hielpen allemaal vrijwillig bij het planten van bomen. Naast elke boom was een plaquette geplant die liet zien wie hem had geplant.
In 1899 werd ter ere van de 100ste verjaardag van Alexander Pushkin de omvang van het park verdubbeld.
In 1932 werd het park weer vergroot tot zijn uiteindelijke omvang van 130 hectare.
In 1938 kreeg het park de naam Maxim Gorky Central Park for Culture and Recreation, twee jaar na de dood van de invloedrijke Russische en Sovjetschrijver Maxim Gorky. In 1940 werd in het park de eerste Kinderspoorlijn geopend, 3,6 km lang.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden alle faciliteiten in het park verwoest en werden duizenden bomen gekapt, waaronder het enige cederbos van de stad. Toen de vijandelijkheden waren gestaakt, begon de gemeenschap van Kharkiv onmiddellijk met de wederopbouw van het park.
In de jaren vijftig en zestig bezochten jaarlijks 1,2 miljoen mensen het park.
Een standbeeld van Maxim Gorky stond van 1980 tot 1999 bij de ingang van het park. Het werd in 2006 gerestaureerd, maar in 2011 vervangen door een glazen eekhoornsculptuur.
Recente activiteiten
In 2006 heeft de stad de zuilengalerij bij de ingang van het park gerestaureerd en in 2007 is de fontein van het park gerestaureerd. Het park beschikt over tennisbanen, een bioscoop, een kindertrein en een kabelbaan.
In 2005 overwoog het stadsbestuur de mogelijkheid om een tunnel onder het park aan te leggen om de verkeerscongestie te verminderen. Dit voorstel ging niet door, maar de autoriteiten gingen wel door met het plan om een weg door het park aan te leggen. Hiertoe werd in februari 2008 9,9 hectare van het park van Sumskaya Street tot Novgorodskaya Street overgedragen aan het ministerie van Bouw, Onderhoud en Wederopbouw voor de aanleg van een weg, een hotelcomplex en enkele particuliere woningen. Tegelijkertijd kreeg nog eens 12,8 hectare parkgrond een statuswijziging om de bouw van woningen en openbare gebouwen mogelijk te maken. Door deze subsidies is de omvang van het park in feite teruggebracht tot 107 hectare.
In mei 2009 heeft het Oekraïense parlement een moratorium uitgesproken op bouwwerkzaamheden in parken en bosparken, maar desalniettemin heeft het uitvoerend comité van de gemeenteraad van Kharkiv op 19 mei 2010 een besluit genomen om 500 bomen te kappen en door te gaan met de aanleg van een weg over de park.
Dit besluit van de Raad leidde van mei tot juli 2010 tot veel protest van het publiek, wat leidde tot vele arrestaties en opsluitingen.
Het Zwaluwnestkasteel is een neogotisch kasteel in Gaspra, in de buurt van Jalta, aan de oevers van de Zwarte Zee, op de Krim. Gebouwd op de "Dawn cliff", kijkt het uit over de zee vanaf een hoogte van ongeveer veertig meter en is het een beroemd symbool van de Krim. Je kunt de ruïnes van het Grieks-Romeinse fort van Charax vanaf de hoogte zien. Het kasteel diende als decor voor verschillende Sovjetfilms en Russische televisieseries.
Geschiedenis
Het kasteel is gelegen op de top van kaap Agios Theodoros (tegenwoordig Aïtodor).
In 1891-1892 werd een villa gebouwd door Leon Sherwood, die het het kasteel van de liefde noemde, maar het werd vrij snel verkocht aan Dr. Adalbert Tobin, lijfarts van Nicolaas II van Rusland, die het zelf in 1903 verkocht aan mevrouw Rakhmanova, een machtige Moskovische zakenvrouw. Zij verkocht het op haar beurt in 1911 aan baron von Steinhel die olievelden in Bakoe bezat en die, ook met het klimaat geconfronteerd, het huidige solide gebouw bouwde in een stijl die doet denken aan de gotische kastelen van zijn geboorteland Duitsland. Hij noemde het het "zwaluwnest". Maar drie jaar later kreeg hij er genoeg van en verkocht hij het kasteel aan een Moskovische koopman genaamd Chelaputin, die er een restaurant van maakte2.
Na de Russische Revolutie en het einde van de Burgeroorlog werd het gebouw, geplunderd en zonder ramen, genationaliseerd en bezochten we het als een ruïne, getuige van een vervlogen tijdperk. Het werd in 1927 verder beschadigd door een aardbeving en het Sovjetregime besloot het te herstellen. Na drie jaar opende hier een rustcentrum en een culturele club voor alleenstaande partijkaders, genaamd "La perle". Aangezien de reparaties geen betrekking hadden op de funderingen, werd het gebouw na twee jaar onveilig bevonden en bleef het gesloten tot 1968, toen een nieuwe gedeeltelijke restauratie werd uitgevoerd. Sinds 1975 is de site een museum en is er een restaurant op de begane grond. In 2011 ondernam de Oekraïense staat nieuwe restauratiewerkzaamheden voor een bedrag van 1.200.000 , maar drie jaar later verliest de Krim aan Rusland, dat nu het "Swallow's Nest" beheert.
Het Livadiapaleis is een paleis vlak bij de Oekrainse stad Jalta. Het kijkt uit over de Zwarte Zee. Het was de zomerresidentie van de Russische tsarenfamilie. In 1945 werd in het gebouw de Conferentie van Jalta gehouden.
Architectuur
Het huidige gebouw werd in 1911 opgeleverd. Het is opgetrokken uit wit marmer en gebouwd in neorenaissancestijl. Het gebouw had niet alleen ruimte voor de tsarenfamilie maar bood ook genoeg ruimte om een grote hofhouding en de complete ministerraad te huisvesten. Verder heeft het complex twee trappenhuizen en een Russisch-orthodoxe Kerk. Het gebouw heeft twee binnenplaatsen, één in Italiaanse en één in Moorse stijl. Aan de noordzijde staat een Florentijnse toren. Het paleis wordt omringd door een Engelse landschapstuin.
Geschiedenis
Waarschijnlijk werd het eerste fort op deze plek al lang voor onze jaartelling gebouwd. Het fort werd meerdere malen vernield en weer opgebouwd.
Rond 1835 stond hier een Tataarse vesting. Deze werd door de Potockifamilie omgebouwd tot landhuis. Ze gaven het de naam Liwadija wat in het Oudgrieks Toegang tot het paradijs betekent.
Vanaf 1861 werd het paleis de zomerresidentie van tsaar Alexander de tweede. Deze liet het verbouwen en uitbreiden door de Italiaanse architect Ippolit Monighetti.
In 1909 reisde tsaar Nicolaas II naar Italië. Hij en zijn echtgenote waren zozeer onder de indruk van de Italiaanse Renaissancistische paleizen dat ze opdracht gaven om op deze locatie een compleet nieuw paleis te laten bouwen. Na veel discussie binnen de familie werd besloten dat de vier zijden van het gebouw elk een ander uiterlijk zouden krijgen. De bouw duurde 17 maanden en op 11 september 1911 werd het gebouw opgeleverd in zijn huidige vorm.
Van 1931 tot 1941 was het gebouw een sanatorium. In de periode 1941 - 1944 werd het gebied door de Wehrmacht bezet.
Van 4 februari tot 11 februari 1945 vond in het paleis de Conferentie van Jalta plaats. Hier kwamen Franklin D. Roosevelt, Winston Churchill en Jozef Stalin bij elkaar en werd de toekomst van het naoorlogse Europa grotendeels bepaald.
Sinds 1974 is het Livadiapaleis een museum.
Oezjhorod is een stad in het zuidwesten van Oekraïne en de hoofdstad van de oblast Transkarpatië. De stad ligt aan weerszijden van de rivier de Oezj, direct aan de grens met Slowakije. De stad heeft een etnisch zeer gemengde bevolking.
Semion Ezrovich Douvan (1 st April 1870, Yevpatoria -5 februari 1957, Beaulieu-sur-Mer , Franse Riviera), is een Karaïme persoonlijkheid van de tijd van het Russische Rijk.
Burgemeester van Eupatoria van 1906 tot de revolutie, hij was een van de meest briljante vertegenwoordigers van de regeringsraad van de provincie Tauride en een gewaardeerd filantroop.
- Hij transformeerde de stad Eupatoria volledig via een nieuw programma: bestrating van straten, elektrificatie, tram, verbetering van de sanitaire voorzieningen, ontwikkeling van stranden, bouw van datsja's en algemene ontwikkeling van de badplaats, bouw van het gemeentelijk theater, oprichting van de gemeentelijke bibliotheek, oprichting van een prachtige geheel nieuwe wijk, etc.
- Hij bouwde basisscholen, ziekenhuizen ...
- Hij werkte uitgebreid en met succes in de landbouw en zorgde zelf voor de boerderij.
- Hij installeerde de telefoon in het hele district Yevpatoria.
Douvan was een grootgrondbezitter in het district Yevpatoria. Hij bezat bijna 5.000 hectare land. Hij zorgde voor hun uitbuiting. Hij diende op vrijwillige basis de staat en had de wens om zoveel mogelijk winst te brengen voor zijn stad en zijn land. Na de revolutie verliet Douvan Rusland om naar Frankrijk te emigreren. Er is weinig bekend over deze periode van zijn leven. Maar we weten dat hij er aan het einde van zijn leven van droomde terug te keren naar Rusland. "Ik geloof dat Rusland vroeg of laat de bolsjewieken zal uit de weg ruimen en dat er dan een normale staat zal worden gevestigd."
Omer Gezlevi. Krim-Tataarse dichter.